zondag 30 april 2023

OPGESPOORD

Het is een prachtig boek, dat Het universum van Willem Frederik Hermans van Max Pam, Hans Renders en Pieter Schreuders. Er valt veel te ontdekken, ook voor wie het archief van Hermans intensief heeft gebruikt. Het moet prachtig zijn om zo’n boek te maken, net zoals het bijzonder was om aan de Volledige Werken te werken – met de wetenschappelijke restricties die zo’n onderneming met zich meebrengt. Je zag, bij het maken van de afzonderlijke delen van de VW, veel meer materiaal dan je kon gebruiken, je bedacht al werkende aan de nawoorden dat je misschien vroeg of laat eens iets met dat materiaal moest doen. Heel af en toe kon dat.
In 2013 (aflevering 1) publiceerde ik in De Parelduiker het artikel ‘“Ik ben nooit op een autootje zo verliefd geweest”. Willem Frederik Hermans achter het stuur’, over de wederzijdse belangstelling van de schrijver en ondergetekende die in de titel tot uitdrukking komt. Dat artikel had wat voeten in de aarde en was eigenlijk al jaren eerder geschreven, maar daarover een andere keer. Het stuk was onder andere gebaseerd op de dossiers die Hermans zelf over zijn autobezit had aangelegd. Het is goed om in Het universum van Willem Frederik Hermans te lezen dat de samenstellers mijn artikel ‘vermakelijk’ vinden. Ze konden, wat illustraties betreft, in hun boek breder uitpakken dan ik dat in ‘De Parelduiker’ kon, en dat is mooi.
Er is overigens nog veel meer mooi automateriaal in het archief-Hermans, als bijlagen bij de correspondentie Hermans-Kousbroek bijvoorbeeld, materiaal waarvan in de door Willem Otterspeer in elkaar geflanste brievenuitgave geen spoor terug te vinden is.
Op het eind van hun autohoofdstuk in Het universum van Willem Frederik Hermans schrijven Pam, Renders en Schreuders over een van Hermans’ auto’s: ‘De Morgan Plus Four die Hermans van 1965 tot 1972 bezat, bestaat trouwens nog steeds. Nadat hij was verkocht, werd hij eigendom van Geer Selen, een architect uit Venlo, die de auto grondig restaureerde en er nog jarenlang in reed. In september 2017 werd de auto opgespoord door Bas van der Spruit’.
Dat opsporen ging zo, en ik kan het weten, want ik was er voor een deel bij. Ik was niet bij het gedeelte waarin Bas van der Spruit (die nu Bas Godska heet) met Raymond Benders van het Willem Frederik Hermans instituut sprak en het idee opvatte te proberen de auto te kopen. Waar ik wel bij was, was het telefoongesprek dat Benders vervolgens – was het in 2017? Zou best kunnen, maar vermoedelijk eerder – met mij voerde, met de belangrijkste vraag: heb jij adresgegevens van die man die de Morgan van Hermans heeft? Ik had die adresgegevens niet meteen bij de hand, maar ik kon naar mijn artikel in De Parelduiker uit 2013 verwijzen, waarin ik schrijf dat ik de Morgan van Hermans bij meneer Selen uit Venlo had opgespoord. Mijn advies was: mijn artikel lezen, liefst tot helemaal op het eind, en een beetje googelen, en je vindt meneer Selen meteen.
Als dat over dat opsporen van die Morgan dus even kan worden veranderd in de tweede druk van Het universum van Willem Frederik Hermans, dat zou fijn zijn. En er is me door Benders nog een ritje in de Morgan beloofd – als dat ook even geregeld kan worden.
Mijn artikel in De Parelduiker is hier te lezen (liefst helemaal tot het eind):