woensdag 6 september 2017

Doorslaggevend [2012]


1

Met veel moeite zijn een paar flarden van zinnen te ontcijferen: een mevrouw met een Russische achternaam probeert uitgeverij Meulenhoff over te halen een boek uit de Sovjet-Unie uit te geven. Het speelt zich af in Odessa en bevat ‘veel amusante voorbeelden en interessante verwijzingen naar de Russische geschiedenis, kunst en folklore’. Vooral het begin en het eind van de brief zijn vrij ongeschonden te lezen, en dat komt door de drager waarop deze informatie te lezen is: een velletje carbonpapier. Met de informatie die de resten tekst loslaten kan ik niet vaststellen of het boek ooit verschenen is. Ik vermoed van niet.
Het velletje carbonpapier zat met nog honderden andere, gebruikte en ongebruikte, in een paar doosjes van dit antiquarische kantoormiddel die in een kringloopwinkel te koop waren. Recycling puur: iets dat bedoeld was om telkens weer te gebruiken in de hergebruikwinkel. Maar de kans dat het nog eens gebruikt zal worden waarvoor het ooit bedoeld was is klein. Dat ‘ooit’ is intussen al zo lang geleden dat scholieren en studenten van nu verbaasd en geïntrigeerd toekijken wanneer je uitlegt en voordoet wat de bedoeling van dit kantoorartikel was: een kopie maken namelijk, in de vorm van een doorslag.
De doosjes zijn uit de jaren zestig, dat is aan de gedateerde gebruikte doorslagen te zien, maar ook aan de vormgeving van de doosjes en aan de wervende teksten erop en hun gedateerde kwinkslagen: ‘Wat er ook in de sterren verborgen is… Kartro Carbon zal doorslaggevend zijn voor uw administratie en correspondentie’. Ja, dat vonden ze leuk toen, in de jaren zestig. Ik kan me daar nog net van distantiëren, want ik begon pas in de jaren zeventig, als student, met een typemachine te werken en dus carbonpapier te gebruiken.

Ver vóór die tijd en nog tot ver in de jaren negentig, toen de kopieertoestellen en de printers beter werden, hadden scholieren, studenten, wetenschappers, vertalers, secretaresses, kortom iedereen die een kopie wilden bewaren van een brief, een werkstuk, een artikel of een boek, elke dag carbonpapier nodig. Het was een routinegebaar: je nam een blad blanco papier, legde daar een velletje carbonpapier op, daarbovenop een ander blanco blad en je draaide het in je mechanische of elektrische schrijfmachine. Maar het hoefde niet bij één kopie te blijven.
De carbonpapierdozen van de Amsterdamse firma Kartro maken reclame voor allerlei soorten carbonpapier: met Carborex Special kunnen 1 tot 4 doorslagen worden gemaakt, maar met Carborex Standard Tien 10 tot 20. En dat allemaal omdat alle carbonsoorten van de firma Kartro zijn veredeld met Siliconol-B. Het bedrijf had niet voor niets vestigingen van Wenen tot Santiago de Chili. Een tekeningetje van de fabrieksgebouwen in São Paulo siert het verpakkingsmateriaal, op de voorkant waarvan een charmante secretaresse ons toelacht.

Willem Frederik Hermans was een jaar of vijftig lang een grootverbruiker van carbonpapier. Alleen al voor de doorslagen van zijn vele duizenden brieven heeft hij er tientallen dozen van doorheen gejaagd. Uiteraard gebruikte hij carbonpapier ook bij het schrijven van zijn boeken. Heel soms is dat carbonpapier de enige bron voor een bepaald stadium van een tekst. Bijvoorbeeld bij het aforismenboekje Dinky Toys, waarvan Hermans in 1976 voor zijn eigen Mandarijnenpers ongeveer zestig exemplaren op een vloeistofduplicator (die ook met carbonpapier werkte) vermenigvuldigde. In het archief van de auteur zijn vijf bladen carbonpapier overgeleverd, met daarop in totaal achtendertig van de ruim tweehonderd aforismen. De originelen functioneerden waarschijnlijk als vellen voor het door Hermans zelf op maat gesneden en gebrocheerde boekje. Een handelseditie van Dinky Toys verscheen in 1988, nu staat het boekje in deel 11 van de Volledige Werken (2008). Daar en op de bijbehorende website meer over Dinky Toys en over deze velletjes carbonpapier.

Doorslagen maken we niet meer, maar toch gebruiken we het woord nog dagelijks, wanneer we e-mails sturen namelijk. In het Engels is een doorslag een ‘carbon copy’ – de afkorting daarvan: cc.

            2

Maarten van Rossem zei het ooit in een interview: je kunt over alles een proefschrift schrijven, ook over doorzichtig plakband. Hij had ook carbonpapier kunnen zeggen. Of punaises. Ik kom op punaises omdat ik laatst een bureaustoeltje uit de jaren dertig kocht. Over de zitting was een grijze manchester stof gespannen die er oorspronkelijk niet op zat. Dat was goed te zien, want de lap was aan de onderkant vastgezet met een veertigtal punaises, punaises uit de tijd van het stoeltje, waaronder een paar hele mooie van hetzelfde merk als het stoeltje: Ahrend. Je gaat er spontaan van nadenken over de geschiedenis van de punaise, en het kan niet anders of Wikipedia levert zo’n geschiedenis: de punaise zoals we haar nu kennen, het hoedje met de pin, werd begin twintigste eeuw in Duitsland uitgevonden door de horlogemaker Johann Kirsten, die het patent verkocht aan de gebroeders Lindstedt, die bij hem in de buurt in Noord-Duitsland woonden en die er stinkend rijk mee werden. Een proefschrift over de punaise wordt niet vermeld.
Het carbonpapier heeft natuurlijk ook zijn Wiki-pagina’s, maar veel leuker is het artikel ‘The Exciting History of Carbon Paper!’ van Kevin Laurence. Ook hij noemt geen proefschrift in zijn literatuurlijst, maar wel boeken met prachtige titels als Pulp & paper dictionary van John R. Lavigne uit 1993 en The origin of stencil duplicating van W.B. Proudfoot uit 1972. Artikelen uit het periodiek The Type Writer: Journal of Writing Machine Technology and History hebben titels als ‘Carbon paper and the typewriter ribbon’ (David Sheridan, 1991) en ‘Wedgwood’s carbon paper of 1806’ (Michael Adler, 1990). Van deze Adler wordt ook het standaardwerk The writing machine genoemd, een boek dat Willem Frederik Hermans graag paraat had wanneer hij over schrijfmachines schreef.
De eerste keer dat de term carbonpapier werd gebruikt was in 1806. Toen patenteerde de Engelsman Ralph Wedgwood de ‘Stylographic Writer’, een methode die blinden moest helpen bij het schrijven. Hiervoor was carbonpapier nodig. Wedgwoods Italiaanse collega Pellegrino Turri bedacht rond dezelfde tijd een soortgelijke methode, en dat deed hij om een speciale reden: hij was verliefd geworden op een blinde dame, die de rest van haar leven op deze manier brieven zou schrijven. Niet veel later ontstond het kopijboek: de manifold writer noemde Wedgwood het. De eindresultaten uit zo’n kopijboek komen we in negentiende-eeuwse archieven vaak tegen als halfvergane en slecht leesbare velletjes, want wat in het kopijboek achterbleef (of er werd uitgescheurd en apart bewaard) was een flinterdun papiertje dat langzaam door de doorgedrukte inkt van het carbonpaper werd opgevreten.
Complete kopijboeken, zoals ze uit de vroeg-negentiende-eeuwse kantoorboekhandel kwamen, zijn schaars, zo laat een rondgang door de wereldwijde bibliotheekcatalogi zien. Het exemplaar dat ik hier voor me heb is van 1832 of eerder, de vroegste datering van een doorslag is in elk geval uit dat jaar. We zien een stevige halfleren map, quartoformaat, met gemarmerde platten. De voorkant leert ons dat we te maken hebben met de H. Dixon’s improved manifold writer for writing and copying letters, invoices, &c. with durable pen and ink, verschenen ‘Under the immediate patronage of His Royal Highness the Duke of Sussex’. Voorin de map zit een vakje met een metalen plaat (om onder de te schrijven brief, het carbonpapier en het doorslagpapier te leggen ter bescherming van het papier eronder) en een vloeiblad, en in een leren lusje zit de metalen stift (want met een ganzenveer kun je niet doordrukken). In een ‘Carbonic book, to preserve the carbonic leaves in’ zitten inderdaad nog een stuk of vijftien velletjes carbonpapier, de meeste ongebruikt. Het volgende onderdeel is het boekje met de doorslagvelletjes, met een prachtig gemarmerd omslag. Op het vakje met de metalen plaat en het vloeiblad zit de gebruiksaanwijzing geplakt, in het Frans en het Engels.
Het kopijboek was geen succes bij de familie die dit exemplaar in gebruik had: slechts weinige bladzijden zijn beschreven. Vier zijn er gevuld met een reisverslag, zes met twee brieven uit 1832 resp. 1834 en nog eens vier met schrijfoefeningen van kinderen. Daarna werd de map blijkbaar ergens opgeborgen, om bijna twee eeuwen later weer te voorschijn te komen. Zelfs het groene lint om de map dicht te binden is nog in een nette staat.

Het bovenstaande is samengesteld uit twee artikelen, eerder op 4 januari resp. 13 februari 2012 gepubliceerd op www.textualscholarship.nl en hier minimaal redactioneel aangepast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.