vrijdag 7 november 2025

De rechtsche partij

Mijn grootvader Jan Louis Gielkens (Amstenrade 1879 – Kerkrade 1949), die ik nooit heb gekend, zat in de politiek. Hij was ook slager en had een katholieke hoeveelheid kinderen samen met zijn vrouw Anna Maria Mechtildis Bemelmans (Kerkrade 1885 – Kerkrade 1943). Op de foto staat mijn vader achter mijn oma, die ik dus ook niet heb gekend. Dat mijn grootvader in de politiek zat heb ik nog niet zo heel lang geleden ontdekt. Er zijn nauwelijks familiepapieren, en mijn vader of zijn vele broers en zuster (die mijn peettante was) hebben er nooit iets over verteld.

Wat ik in elk geval vond, is dat mijn grootvader in 1919 kandidaat was bij de gemeenteraadsverkiezingen van Kerkrade, en dat hij nog gekozen werd ook. Hij was kandidaat namens de Algemeene Bond van RK-Kiesvereenigingen, in de krant kortweg de Katholieke Kiesvereeniging, die in de gemeente blijkbaar 4 lijsten had, mijn grootvader stond op lijst 2. In De Zuid-Limburger van 22 mei 1919 staat de uitslag (‘Niet officieel’). In totaal werden er 3214 stemmen uitgebracht, waarvan mijn grootvader er 47 kreeg – en daarmee kwam hij in de gemeenteraad. De meeste stemmen, 36, kreeg hij bij zijn eigen stembureau in het Patronaat Bleijerheide, bekend van Het hout van Jeroen Brouwers. Mijn grootvader had zijn slagerij (ik werd erboven geboren) verderop in de Pannesheiderstraat.

De krant analyseert: ‘De verhoudingen in den nieuwen raad zal dus zijn 9 rechts, tegen 8 links. / De Katholieken verloren 2 zetels aan de Vrijzinnige partij en de S.D.A.P.’ Er wordt ook geschiedenis geschreven: ‘Met de heer Menting doet de eerste socialist zijn intrede in den raad.’ Maar: ‘Als “arbeiders”-raad heeft de nieuwe raad, die in September zitting zal nemen, feitelijk afgedaan. Het arbeiders-element zal bij de rechtsche partij nog uitsluitend door dhr. Koken worden vertegenwoordigd, bij de vrijzinnige partij door dhrn. Smeijsters en Essers.’

Mijn grootvader was inderdaad geen arbeider, maar een middenstander, want slager. Een jaar voor de verkiezingen, in augustus 1918, de wereldoorlog was nog niet afgelopen, had hij met enkele collega’s de volgende brief aan De Zuid-Limburger gestuurd:

Hoe dat allemaal zat, hoe lang mijn grootvader in de politiek zat en wat hij er allemaal uitspookte – ik moest het maar eens gaan uitzoeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.