woensdag 15 juni 2016

Zeven letters, een leesteken, een streep [2012]


Van Herman Gorter (1864-1927) is geen archief bewaard: hij gooide weg wat hij niet meer nodig had. Aan hem gerichte brieven bijvoorbeeld. Wat er van brieven van Gorter bewaard is, is dus overal verspreid. Veel zit in archieven, het een en ander bij particulieren en verzamelaars. Soms komt er uit die particuliere hoek iets op de markt, zoals alweer een hele tijd geleden. Iemand bood op Marktplaats een exemplaar van Gorters Mei aan, de vijfde druk uit 1916, een van de luxere varianten. Het boek was ‘gesigneerd’, maar omdat de advertentie niet de indruk wekte van een professionele handelaar afkomstig te zijn en omdat in zulke gevallen ‘gesigneerd’ niet altijd betekent ‘door de auteur gesigneerd’, mailde ik de verkoper. Het hoogste bod was op dat moment € 28. De volgende dag kreeg ik netjes antwoord: het boek was echt gesigneerd door Gorter, met een opdracht aan de tante van de verkoper. Maar het boek was al verkocht, jammer maar helaas.
Herman Gorter (foto Willem Witsen)

Ik mailde weer, nu met de vraag of er nog meer materiaal was, want dat was niet denkbeeldig. Gorter zette niet zomaar opdrachten in boeken, en er zijn er dan ook niet zoveel gesigneerde Gorters bewaard. Er waren nog geen signeersessies zoals nu, en Gorter beperkte zijn gesigneerde geschenken tot collega-schrijvers, kunstenaar-vrienden, partijgenoten en vriendinnetjes. Ik vroeg ook nog voor hoeveel het boek verkocht was en aan wie. Het bedrag was ongeveer dat wat ik als laatste bod had gezien, over de koper was het antwoord wat vaag. Wel vertelde de verkoper dat er ooit meer archiefmateriaal was geweest: een briefwisseling met de tante namelijk, maar die had tante zelf vernietigd. Er was alleen een uitgeknipte handtekening bewaard, en wat krantenknipsels. Dit resterende materiaal kon ik voor nop hebben, en een paar dagen later had ik het in de bus, met een kopie van de opdracht. Dit is de uitgeknipte handtekening:
Het was mijn eerste Gorter-handschrift.

Een paar weken later zag ik de rode Mei met de opdracht onverwacht terug: in een vitrinekastje op een antiquarenbeurs. De bundel werd aangeboden door een beginnende handelaar, en de prijs was, uiteraard, fors hoger dan die op Marktplaats. Ik had het geld op dat moment niet, maar ik kon het boek goed bekijken en besluiten dat ik het geld ervoor ging zoeken. Dat deed ik, en twee maanden later bleek het boek nog niet verkocht, zodat ik het kon aanschaffen. Dit is de opdracht:
Het was mijn eerste gesigneerde Gorter.

De ontvanger van het gesigneerde exemplaar was dus Marie Hagemeijer. Wie was dat? In elk geval geen schrijver, beeldend kunstenaar of partijgenoot, dat zou te achterhalen zijn. Een liefje dan? Gorter was niet eenkennig. Er zijn, naast zijn echtgenote, zeker vier vriendinnen bekend. Twee ervan had hij tijdens het leven en na de dood van zijn vrouw (in 1916) tegelijkertijd, tot aan zijn eigen dood. Ada Prins kende hij sinds 1901, Jenne Clinge Doorenbos sinds 1910. Wat tegen Marie Hagemeijer als liefje spreekt is het feit dat de handtekening op de briefkaart ‘H. Gorter’ is, en niet, zoals bij de opdracht, de volledige naam. Als de briefkaart een intieme inhoud had gehad, had daar ook wel ‘Herman Gorter’ gestaan, of alleen ‘Herman’. Gorter scheidde de twee werelden waarin hij leefde, de literatuur en de politiek, ook in de manier waarop hij zijn publicaties ondertekende: voluit als literator, verkort als partijman, net als Willem Frederik Hermans dat deed overigens: W.F. Hermans was hij vanaf een bepaald moment alleen nog maar als wetenschapper, of als hij, bijvoorbeeld, Wittgenstein vertaalde.

In de loop van de tijd zocht ik regelmatig naar Marie Hagemeijer op het internet, in genealogische gegevens bijvoorbeeld, maar ik vond niets, ook al omdat ik geen dringende haast had om iets te vinden. Een dezer dagen deed ik het weer eens, en nu kwam er een mogelijke oplossing van het raadsel in zicht, omdat ik beter zocht of omdat er weer het een en ander in Google Books was toegevoegd. Ik kwam terecht in het boek De s-Gravelandseweg en zijn bewonersdat in 2005 bij Verloren in Hilversum verscheen. Daar, in Hilversum, ligt ook de ’s-Gravelandseweg. Een kilometer of zes verderop ligt, in Bussum, de Nieuwe ’s Gravelandseweg, en daar woonde op nr. 66, in een door H.P. Berlage in 1893 ontworpen huis, Herman Gorter. In Villa Corry aan de ’s-Gravelandseweg 76B in Hilversum woonde vanaf 1915 de familie Hagemeijer, van het handelshuis Hagemeijer & Co. Het is niet ondenkbaar dat de Hagemeijers en Gorter elkaar tegenkwamen in het sociale leven van de gegoede Gooise burgerij.

Eigenaar Johan Hagemeijer van Hagemeijer & Co. was getrouwd met Maria Hagemeijer-Janssen, geboren in 1882. De Hagemeijers hadden vijf kinderen, Christina Maria, Dirk Marie, Antonius Marie, Johannes Marie en Hendricus Marie. Vader Johan heette overigens voluit Johannes Theodorus Hendricus Marie Hagemeijer. Aan Maries dus geen gebrek. Als we aannemen dat niet een van de vier zoons met ‘Marie’ werd aangesproken zou het dus ook kunnen dat de Marie uit de opdracht Christina Maria is, die in 1910 werd geboren. Een jonge poëzieliefhebster misschien? Het blijft speculeren tot de volgende papiersnipper opduikt.

*

Naschrift 2016: er dook geen nieuwe papiersnipper op, wel meldde zich ruim twee jaar later een nazaat van ‘Marie’ met een commentaar op mijn artikel:


‘Beste heer Gielkens, Bij toeval kwam ik op deze site. Ik ben een kleindochter van Johan Hagemeijer en Maria Hagemeijer-Janssen. Ik denk niet dat Marie uit de opdracht Christina Maria is, zij werd nl Stien genoemd. Ik denk eerder dat de opdracht aan mijn grootmoeder was gericht. Met vriendelijke groet, G.M. Tolk-Hagemeijer.

Eerder, op 8 augustus 2012, gepubliceerd op www.textualscholarship.nl, hier marginaal redactioneel gewijzigd. Ik heb de portretfoto van Gorter toegevoegd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.