Max
Natuurlijk ben ook
ik meteen in de cabr-database gaan
zoeken. Ik begon niet met mijn eigen achternaam maar met die van onze buurman
van een aantal adressen geleden. Veel herinneringen heb ik niet aan die buurman
en zijn vrouw. Ze woonden naast ons, waren gepensioneerd en deden niet veel
anders dan voor het raam zitten. We kregen één keer een vakantiekaartje uit
Oostenrijk, De hele tekst aan de linkerkant van de adreszijde bestond uit vier
letters. ‘H.G.’ moest wel, concludeerden wij na een tijdje, ‘hartelijke
groeten’ betekenen, daaronder stonden nog twee letters, die van de
samengestelde achternaam van de buren. Ze kwamen ook één keer op visite, toen
onze zoon geboren werd namelijk. Nog vóór de muisjes kreeg de buurvrouw een
hartverzakking toen ze constateerde dat ik de baby overnam van zijn moeder –
aan haar gezicht was te zien dat ze dat niet goedkeurde. Tijdens de beschuiten
vroeg ze nog of er nog meer kinderen kwamen.
Jaren later, de
buurman was al overleden of wij waren verhuisd, meende ik de buurman te
herkennen op een foto in een van de delen van Het Koninkrijk der Nederlanden
in de Tweede Wereldoorlog van Loe de Jong, met een paar kameraden in zwart
uniform stond hij voor het hoofdkwartier van de nsb
aan de Maliebaan in Utrecht. Of niet natuurlijk, want misschien was het hem wel
helemaal niet. Er zitten heel wat dossiers met de achternaam van mijn
voormalige buurman in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, een aantal
daarvan zouden best over hem kunnen gaan. Maar ik ga ze niet bekijken.
Ook niet dat van
een andere voormalige buurman, een overbuur schuin tegenover. Van hem weet ik
waarom hij drie dossiers heeft, maar ook die ga ik niet bekijken. Wel die van
een aangetrouwde oudoom, over wie ik in het kader van de familiegeschiedenis
eindelijk eens iets meer wil weten. Hij liet, net als de Philipsen in
Eindhoven, zijn bedrijf voor de bezetter werken om zijn personeel aan het werk
te houden en te beschermen.
Mijn eigen
achternaam levert drie hits op, maar familieleden zitten daar niet bij, wel,
vermoed ik, als ik op de meisjesnaam van mijn moeder zoek. Dat zullen neven of
nichten van mijn opa zijn, maar dat moet ik nog eens uitzoeken. Maar of ik hun
dossiers ga lezen?
Toch zou ik het interessant vinden als er ergens een dossier over mijn vader was. Niet omdat
hij fout was tijdens de Duitse bezetting, maar hij werkte wel in Duitsland in
de eerste helft van de jaren 1940 – zo heb ik het tenminste altijd begrepen.
Dat zat zo: mijn vader, geboren in 1915, was, net als zijn vader en verdere
voorvaderen, slager in Zuid-Limburg. Na de dood van zijn vader in 1949 was de
slagerij aan de Pannesheiderstraat in Kerkrade, in de wijk Bleijerheide, ook een
aantal jaren die van mijn ouders. Ze woonden boven, waar twee van de drie
kinderen werden geboren, het tweede, in 1952, was ik. Duitsland was niet ver,
achter de slagerij lag de grens enkele tientallen meters verderop, en als
je met je rug naar het pand stond en je keek naar rechts kon je bijna de grensovergang
zien, zeshonderd meter is de afstand zegt Google Maps. Die kant liep of fietste
mijn vader op om ergens aan de andere kant van de grens bij een slagerij of een
slachthuis te gaan werken. Meer heeft hij ons kinderen nooit verteld. Gebeurde
dat werken in het kader van de Arbeitseinsatz? Zou dat ergens te vinden
zijn? In elk geval niet in het uiterst zuinige familiearchief, waar eigenlijk
alleen het diploma ‘Vakbekwaamheid als runder-, varkens- en lamsslager’ bewaard
is dat mijn vader eind 1941 behaalde.
Het enige document in
het familiearchief dat potentieel betrekking heeft op werken voor de Duitse
bezetter is een Identiteitskaart op naam van Max, geboren in 1927, een Belg
zegt de kaart, en ook dat Max een ruin was en een trekpaard. Max was de
werkknol van mijn opa van moederskant, die een café en een depot van de
Gulpener Bierbrouwerij runde. De identiteitskaart werd op 4 januari 1944
uitgereikt door de Provinciale Voedselcommissie voor Limburg namens het
Bedrijfschap voor Vee en Vleesch, ze vermeldt ook nog dat Max was opgenomen in
de registratie van de Duitse Wehrmacht. Of Max in dat verband nog actief
geworden is moet nog nader worden onderzocht.