maandag 11 oktober 2021

Nina Gorter

In Dresden gingen we even kijken in de wijk Hellerau, een in 1909 door de meubelfabrikant Karl Schmidt aangelegde ‘Gartenstadt’: een in uniforme stijl door diverse architecten gebouwde woonwijk in het groen naast de fabriek. Er werden huizen gebouwd voor arbeiders, maar ook villa’s, winkels en andere voorzieningen, en bovendien gebouwen voor culturele activiteiten, waaronder een theatergebouw. Hellerau werd een kunstenaarscentrum, waar bekende schrijvers en kunstenaars op bezoek kwamen, en het werd onder leiding van de Zwitserse danspedagoog Émile Jaques-Dalcroze hét wereldwijde centrum van de Eurhytmics.

En zo kwam Nina Gorter (1866-1922), de jongere zus van Herman Gorter, in Hellerau terecht. Ze was opgeleid als zangeres en pianiste en vanaf het begin van de 20ste eeuw een naaste medewerker van Dalcroze in Genève. Van 1910 tot het begin van de wereldoorlog in 1914 werkten Dalcroze en Nina Gorter in Hellerau. Moeder Jo Gorter-Lugt (1839-1923) vergezelde haar niet altijd gezonde dochter naar haar diverse woonplaatsen. Herman Gorter bezocht zijn moeder en zijn zus in Hellerau, in elk geval in 1911. Of hij daar andere bekende schrijvers of kunstenaars ontmoette is onbekend. Stefan Zweig, Henry van de Velde, Oskar Kokoschka, George Bernhard Shaw, Upton Sinclair, Franz Kafka – het zijn maar een paar namen van bekende bezoekers. Nina Gorter is in Duitsland bekender dan in Nederland: ze heeft een eigen Duits Wikipedia-lemma.
Het theater met zijn omringende gebouwen zag er nogal troosteloos uit. Er werd gesloopt en er werd gebouwd. Er was een dansfestival aan de gang, wellicht ging dat later op de dag wat meer beweging opleveren, want veel leven was er niet.
Door ons korte bezoek aan Hellerau kreeg ik weer zin in het artikel over Nina Gorter dat al een hele tijd op de lijst met goede voornemens staat. De stapel documentatiemateriaal wordt in elk geval elke dag hoger.


De foto’s van het huis waar Nina Gorter woonde komt uit het boek ‘Gartenstadt Hellerau. Die Geschichte ihrer Bauten’ (2008), de portretfoto is uit het archief-Jaques-Dalcroze in Genève.

Oud ijzer


Bij een goede vakantie hoort iets met oude auto’s, en daarom reden wij laatst van ons vakantieadres in een dorp bij de Tsjechische grens in Sachsen naar een andere dorp, Markersbach, nog dichter bij de Tsjechische grens. Daar werd het ‘Altblechtreffen vor der Grenze’ georganiseerd. Iedereen was welkom, gratis, en als je iets gemotoriseerds op minimaal 2 wielen van enige leeftijd bij je had, mocht je op de wei naast het voetbalveld staan, waar overigens gewoon een wedstrijd aan de gang was. Tussen de beide weilanden in stonden lange banken bij een kraam met bier en een beest aan het spit.
De wei liep goed vol vanaf 10 uur, met personenauto’s en motorfietsen; de vrachtauto’s en tractoren mochten weer een wei verder staan. Omdat we ons in de voormalige DDR bevonden, was het oud ijzer voor een groot deel van Oost-Europese afkomst en dus eigenlijk niet alleen ‘Altblech’, maar ook oud-Duroplast, het materiaal dat in de DDR speciaal ontwikkeld werd voor de auto-industrie en dat bestond uit gerecycled katoen en kunsthars. De Trabant – bijnaam ‘Pappe’,  karton – was deels van Duroplast gemaakt.

Er waren genoeg Trabants in Markersbach, maar ik kwam meer voor het andere oudere spul dat ik sinds 1973 met veel belangstelling en verbazing in de DDR bekeek: Škoda’s, Tatra’s, Wartburgs, IFA’s, Zaporozhetsen, Moskvitchen, Lada’s en nog van alles.
De stemming was gemoedelijk op de dag voordat het land ook een nieuwe bondsdag stemde; in Sachsen vond een meerderheid dat de AfD moest winnen, maar het was bij het Altblechtreffen niet te merken. Er waren alleen maar autoliefhebbers.