vrijdag 3 juli 2020

Mount Rushmore

 Mount Rushmore



Als je toch in South Dakota bent, kunt je er ook eens gaan kijken, of, zoals in ons geval: we gingen naar South Dakota om Mount Rushmore te zien. Er zijn van die plekken in Noord-Amerika die je in het echt gezien moet hebben. Al was het maar om de plek te zien waar Alfred Hitchcock Eva Marie Saint en Cary Grant in North by Northwest halsbrekende toeren liet uithalen op de in de rotsen uitgehouwen gezichten van George Washington, Thomas Jefferson, Abraham Lincoln en Theodore Roosevelt, de nummers 1, 3, 16 en 26 in de rij van presidenten van de Verenigde Staten.
We waren er in augustus 2012, halverwege een trip met omwegen door acht staten van Denver, Colorado, naar Seattle, Washington. Donald Trump was wel al een gevaarlijke gek maar nog geen president van de Verenigde Staten. Het was warm en het was indrukwekkend, die rotsen met die gezichten en het hele verhaal erachter. We gingen zelfs nog een keer terug, twee dagen later, want toen we er overdag waren zagen we dat er elke avond een show wordt opgevoerd, de Evening Lighting Ceremony, een soort son et lumière, maar dan op zijn Amerikaans. Behalve de vier koppen, een souvenirwinkel, een restaurant en een enorme Ice Cream Shop heeft Mount Rushmore namelijk ook een amfitheater, waar een paar duizend mensen in passen. En die komen ook echt naar Keystone, het dorp van ruim 300 inwoners waar het monument formeel gevestigd is, elke avond, zeker in de zomer, neem ik aan, in elk geval op de avond dat wij er waren. Waar ze vandaan komen, die duizenden mensen, is onduidelijk, want veel stad is er niet in de buurt, alleen Rapid City, 30 kilometer verderop, met zijn 75.000 inwoners, maar die zullen toch allemaal wel eens geweest zijn, daar in Keystone. Een verrassend levendig stadje overigens, dat Rapid City.
Op weg naar en in het amfitheater die avond viel het ons op dat onze medebezoekers vaak kledingstukken droegen – petten, t-shirts, jacks – die naar legereenheden en aanverwante organisaties verwezen. Even later, toen de Lighting Ceremony een eind op streek was, werd ons duidelijk waarom. Eerst werden we begroet – dat wil zeggen: alle aanwezige Amerikanen werden begroet. Geen woord van welkom aan bijvoorbeeld Canadezen. Die zullen er toch ook wel zijn, want Canada is niet zo heel ver weg. Eventuele andere toeristen – ze had geen boodschap aan ons, de dame die de avond presenteerde.
Na allerlei historische verhalen met wisselende verlichting van de presidentenkoppen en toepasselijke muziek volgde het Amerikaanse volkslied. Het kan ook andersom zijn geweest. Toen dat achter de rug was, volgde het programmaonderdeel waar veel bezoekers, zo bleek, voor waren gekomen. De presentatrice verzocht namelijk iedereen in het publiek die een functie in het Amerikaanse leger had of had gehad naar het podium te komen om eer te bewijzen aan de Amerikaanse vlag. En dat bleken er heel veel. Er ontstond een lange rij van actieve of voormalige militairen die om de beurt bij de vlaggenmast stopten en aan het publiek hun rang, hun dienstjaren en hun missies meedeelden, van de Koreaanse oorlog tot op dat moment, augustus 2012. Er liepen mensen op krukken, er zaten mensen in rolstoelen.
En ik vond dat wel wat hebben, dat ritueel, ook als oud-psp’er. Want van een patriottische en in onze ogen wat overdreven manifestatie werd het opeens een verzameling persoonlijke oorlogsverhalen, ook al waren ze allemaal nog geen tien woorden lang. En ik ben best bereid daar, zo in zijn algemeenheid, respect voor te hebben.