Als je toch in South Dakota bent, kunt je er ook
eens gaan kijken, of, zoals in ons geval: we gingen naar South Dakota om Mount
Rushmore te zien. Er zijn van die plekken in Noord-Amerika die je in het echt
gezien moet hebben. Al was het maar om de plek te zien waar Alfred Hitchcock Eva
Marie Saint en Cary Grant in North by Northwest halsbrekende toeren liet
uithalen op de in de rotsen uitgehouwen gezichten van George Washington, Thomas
Jefferson, Abraham Lincoln en Theodore Roosevelt, de nummers 1, 3, 16 en 26 in
de rij van presidenten van de Verenigde Staten.
We waren er in augustus 2012, halverwege een trip
met omwegen door acht staten van Denver, Colorado, naar Seattle, Washington. Donald
Trump was wel al een gevaarlijke gek maar nog geen president van de Verenigde
Staten. Het was warm en het was indrukwekkend, die rotsen met die gezichten en
het hele verhaal erachter. We gingen zelfs nog een keer terug, twee dagen
later, want toen we er overdag waren zagen we dat er elke avond een show wordt opgevoerd,
de Evening Lighting Ceremony, een soort son et lumière, maar dan
op zijn Amerikaans. Behalve de vier koppen, een souvenirwinkel, een restaurant
en een enorme Ice Cream Shop heeft Mount Rushmore namelijk ook een amfitheater,
waar een paar duizend mensen in passen. En die komen ook echt naar Keystone,
het dorp van ruim 300 inwoners waar het monument formeel gevestigd is, elke
avond, zeker in de zomer, neem ik aan, in elk geval op de avond dat wij er
waren. Waar ze vandaan komen, die duizenden mensen, is onduidelijk, want veel
stad is er niet in de buurt, alleen Rapid City, 30 kilometer verderop, met zijn
75.000 inwoners, maar die zullen toch allemaal wel eens geweest zijn, daar in Keystone.
Een verrassend levendig stadje overigens, dat Rapid City.
Op weg naar en in het amfitheater die avond viel
het ons op dat onze medebezoekers vaak kledingstukken droegen – petten, t-shirts,
jacks – die naar legereenheden en aanverwante organisaties verwezen. Even
later, toen de Lighting Ceremony een eind op streek was, werd ons duidelijk
waarom. Eerst werden we begroet – dat wil zeggen: alle aanwezige Amerikanen
werden begroet. Geen woord van welkom aan bijvoorbeeld Canadezen. Die zullen er
toch ook wel zijn, want Canada is niet zo heel ver weg. Eventuele andere
toeristen – ze had geen boodschap aan ons, de dame die de avond presenteerde.
Na allerlei historische verhalen met wisselende
verlichting van de presidentenkoppen en toepasselijke muziek volgde het
Amerikaanse volkslied. Het kan ook andersom zijn geweest. Toen dat achter de
rug was, volgde het programmaonderdeel waar veel bezoekers, zo bleek, voor
waren gekomen. De presentatrice verzocht namelijk iedereen in het publiek die
een functie in het Amerikaanse leger had of had gehad naar het podium te komen
om eer te bewijzen aan de Amerikaanse vlag. En dat bleken er heel veel. Er
ontstond een lange rij van actieve of voormalige militairen die om de beurt bij
de vlaggenmast stopten en aan het publiek hun rang, hun dienstjaren en hun
missies meedeelden, van de Koreaanse oorlog tot op dat moment, augustus 2012.
Er liepen mensen op krukken, er zaten mensen in rolstoelen.
En ik vond dat wel wat hebben, dat ritueel, ook als
oud-psp’er. Want van een
patriottische en in onze ogen wat overdreven manifestatie werd het opeens een
verzameling persoonlijke oorlogsverhalen, ook al waren ze allemaal nog geen
tien woorden lang. En ik ben best bereid daar, zo in zijn algemeenheid, respect
voor te hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.