Veelvuldige katers [2010]
In zijn ‘Literaire kroniek’ in de ‘Republiek
der letteren & schone kunsten’ op www.vn.nl besteedde Carel Peeters
aandacht aan de eind november 2010 gelanceerde website www.mennoterbraak.nl,
die ons op den duur de volledige Ter Braak moet gaan bieden. ‘Waarin Menno
ter Braak zijn digitale opstanding beleeft’ heet de aflevering. Peeters
doet op de website allerlei ontdekkingen (want er is veel tot nu toe onbekends
te vinden) en hij citeert ook het een en ander. Zoals enkele zinnen uit een
brief van Johan Huizinga aan Ter Braak: ‘Ik ben een buitengewoon probleemloos
mensch altijd geweest en gebleven. Ik wandel eigenlijk maar door mijn
geestelijk bestaan als door een tuin.’ De gemakkelijkste manier om uit digitaal
gepresenteerde teksten te citeren is natuurlijk knippen en plakken, maar dat
doet Peeters niet. Hij tikt de twee zinnen over en maakt er dit van: ‘Ik ben
een buitengewoon probleemloos mensch. Altijd geweest en gebleven. Ik wandel
eigenlijk maar door mijn geestelijk bestaan als door een tuin.’ Twee zinnen
zijn er pardoes drie geworden.
Nog een citaat van Peeters, nu uit een
brief van Ter Braak aan zijn vrouw Ant Faber (nadat Ter Braak een lezing heeft
gehouden): ‘Het spreken is de prostitutie van de intellectueel, met geldelijke
voordelen, het kortstondige genoegen (heel soms) en de veelvuldige katers van
genoemd bedrijf. Ditmaal had er ik wel plezier in.’ Maar bij Ter Braak staat
dit: ‘Het spreken is de prostitutie van den intellectueel, met de geldelijke
voordeelen, het kortstondige genoegen (heel soms) en de veelvuldige katers van
genoemd bedrijf. Ditmaal had ik er wel pleizier in.’ Hier, anders dan in het
andere citaat, moderniseert Peeters (‘den intellectueel’ wordt ‘de
intellectueel’ en ‘voordeelen’ wordt ‘voordelen’), en hij verandert ‘pleizier’
in ‘plezier’ en zal dat ook wel moderniseren noemen. Het heeft wat weg van de
manier waarop Willem Frederik Hermans – leuk om hem nog even te noemen in een
stukje over diens pet hate Ter Braak – citaten aanpaste aan zijn
eigen regels.
Overtikken is, als je het transcriberen noemt,
een van de belangrijkste activiteiten wanneer je teksten leesbaar wilt
presenteren, of het nu in een papieren wetenschappelijke editie is of in een
digitaal webarchief zoals dat van Menno ter Braak. Als we ons tot de brieven
beperken, dan zijn er voor deze website vierduizend transcripties gemaakt,
sommige al lang geleden voor bijvoorbeeld de briefwisseling met Ed. du Perron
(bijna 1200 stuks), sommige door Léon Hanssen in het kader van zijn
biografieproject, andere speciaal voor deze website. Ik schreef hierboven: ‘Bij
Ter Braak staat dit’, en in de twee geciteerde Peeters-gevallen betekent dat:
in de transcriptie én in het origineel (beter: het facsimile ervan) dat op www.mennoterbraak.nl
bij de transcriptie is afgedrukt. En dat is natuurlijk de bedoeling: dat een
transcriptie een getrouwe weergave is van de tekst van het origineel.
Ik zou die citaatcontrole bij Carel Peeters niet
hebben uitgevoerd als ik niet wantrouwig was geworden bij het bekijken van
enkele brieven. Er is namelijk het een en ander mis met de getrouwheid van de
weergave ervan. Ik begon mijn leestocht, uit persoonlijke belangstelling, bij
een brief van Klaus Mann aan Ter Braak. Het is er een van 27 juni 1935, en de
brief is getypt op briefpapier van het exiltijdschrift Die Sammlung. Wat is er mis met deze
transcriptie? Op het eind ontbreken bijvoorbeeld twee zinnetjes, bovendien
verbleef Klaus Mann in Sils-Baselgia en niet -Baselga, en ook het gedrukte
briefhoofd wordt niet vermeld. En dan nog dit: bij de namen in de brief kun je
doorklikken naar een ‘MennoterBraak-Web-Encyclopdie’. Behalve die ontbrekende e
is er nog wel meer mis met dit nuttig bedoelde instrument. Wie op Braak
doorklikt bijvoorbeeld komt in een leeg schermpje terecht. Wie wil weten wie
Klaus Manns door zelfmoord overleden vriend René Crevel was en op Crevel
doorklikt komt in een schermpje waar je kunt kiezen uit Hans van Crevel, Max
van Crevel, René Crevel en Caroline Helen Ruth van Crevel-van Oss. En wie op
Mann doorklikt heeft de keuze uit zes leden van de familie Mann, maar ook uit
Karl Mannheim en Gerrit Mannoury. Maar het wordt nog gekker: Klaus Mann (of was
het Gerrit Mannoury?) verbleef in Sils-Baselgia in Haus Salis, en op dat ‘Haus’
kan ook worden doorgeklikt: het blijkt de acteur Johan Haus (1870-1943).
Klaus Mann |
Erika Mann |
Gerrit Mannoury |
Elders neemt het doorklikken soms nog genantere
vormen aan: in de brieven van Willem Elsschot aan Ter Braak vindt wie doorklikt
op de naam Elsschot de biografie van de echte bezitter van dat pseudoniem:
Alfons De Ridder, en zo ondertekende Elsschot zijn brieven ook. Maar als je dan
op dat De Ridder doorklikt raak je verzeild in de doopceel van Elsschots
collega André de Ridder. Wat hier mis is, is duidelijk: gebrekkige digitale
techniek gecombineerd met een gebrekkige eindredactie.
Terug naar de transcripties en naar de familie
Mann. Klaus Mann gebruikte een schrijfmachine, maar zijn zus Erika schreef haar
ansichtkaart van 15 juli 1935 aan Ter Braak met de hand. In de transcriptie van
deze briefkaart is die datum tussen teksthaken gezet, want hij is geconcludeerd
uit het frankeerstempel. En zo hoort het ook. Maar eigenlijk moet je dat dan
ook doen met de plaats van verzending, want ook die is alleen te concluderen
uit het stempel. Wat is er verder nog over deze 47 woorden tellende tekst te
vertellen? Er is bij het overtikken ergens een komma verdwenen, ‘ihren’ moet
‘Ihren’ zijn en ‘Entsetzlichen’ ‘Europäischen’. Dat verkeerde ‘Entsetzlichen’
staat, net als het correcte woord ‘habe’ elders, tussen teksthaken, maar de
functie van die haken is mij niet duidelijk. Ze staan niet in het origineel.
Zouden ze betekenen dat de betreffende woorden moeilijk leesbaar waren? Dan zou
een vraagteken op zijn plaats zijn geweest en ergens op de website ook een
verklaring van het gebruik van zaken als teksthaken. Zo’n – absoluut
noodzakelijke – uitleg heb ik nergens kunnen vinden. Er staat alleen in de
algemene inleiding op de brieven: ‘Om een goed leesbare tekst te verkrijgen
hebben de bezorgers van de brieven een aantal ingrepen gedaan.’ Maar: wie
ingrijpt moet ook uitleggen hoe en waarom.
Handschriften ontcijferen: dat kan af en toe
best moeilijk zijn, maar voor met de schrijfmachine geschreven brieven geldt
dat excuus nauwelijks. De Duitse schrijver Rudolf Binding schreef op 15
december 1933 zo’n getypte brief aan Ter Braak. Binding protesteerde op drie
getypte kantjes tegen een zeer onvriendelijke recensie van Ter Braak (die je
overigens zelf moet gaan zoeken op de website, terwijl je toch een link zou
verwachten). Ik heb voor deze brief van drie kantjes zesentwintig voorstellen
voor wijzigingen: er ontbreken komma’s en er moeten komma’s weg, er ontbreekt
een groot aantal Umlauten, hoofdletters moeten kleine letters worden en
andersom, een stuk of wat woorden zijn incompleet. Een getypte brief als deze
zou probleemloos over te tikken moeten zijn, en daarom is mijn diagnose
opnieuw: hier heerst op zijn minst redactionele onverschilligheid. En ook bij
deze brief gaat de encyclopdiefunctie weer mis: wie Maurice Roelants is komen
we zonder problemen te weten, maar wanneer Binding de naam in zijn opwinding
als Roelant spelt is er geen link meer. Daar staat tegenover dat, wanneer
Binding ergens geen ‘Grund’ zegt te hebben om Ter Braak zijn boeken te sturen,
we de informatieve ‘biografie’ gepresenteerd krijgen van ene K. Grund: ‘geboren:
onbekend / overleden: onbekend / beroep: onbekend’. Wanneer Binding iemand een
‘anständige[r] Mann’ vindt, krijgen we opnieuw de hele familie Mann, Karl
Mannheim en Gerrit Mannoury op bezoek.
Bij Rudolf Binding blijkt nog een ander
probleem: de kwaliteit van de informatie die in de biografietjes in de
‘MennoterBraak-Web-Encyclopdie’ wordt verstrekt. Dat gebeurt soms in eigen
tekstjes van de redactie, maar veel vaker via links naar bestaande
biografietjes, bijvoorbeeld naar Wikipedia. Bij Binding staat een link naar het
Engelstalige Wikipedia-lemma over hem, en dat is een lemma van een paar regels.
Daarin staat niet wat in de lange Duitse Wikipedia-levensschets staat, namelijk
dat Binding geen probleem had met het Duitse nationaalsocialistische regime, en
dat is voor het goede begrip van de briefwisseling tussen Ter Braak en Binding
toch een cruciaal feit. Een soortgelijk geval, qua collaboratie en qua
biografische informatie, is Henrik Scholte. Over hem wordt in een redactionele
tekst verteld: ‘Na de oorlog trekt hij zich uit de film en de letteren terug en
wordt hij bij de KLM secretaris van de persdienst.’ Maar dat hij zich overal
uit moest terugtrekken omdat hij voor de bezetter had gewerkt wordt
niet vermeld. In een brief van Ter Braak aan Scholte van 25 augustus 1930
worden we overigens ook weer op een andere manier het bos ingestuurd. Ter Braak
vraagt aan Scholte: ‘Kan ik de uitgenoodigden [d.w.z. mogelijke medewerkers aan
het jaarboek Balans; JG] opgave van
honorarium verstrekken […]?’ Wie is toch die Kan, vroeg de digitale
Mennoterbraakwebencyclopdiegenerator zich af? Inderdaad: het is Wim Kan.
Het is niet moeilijk om bij het raadplegen van
www.mennoterbraak.nl permanent in een deuk te liggen vanwege dit soort
gebreken, maar al snel gaat de ergernis overheersen. Want wat is de
informatieve waarde van al deze documenten, wanneer je er niet van op aankunt
dat je betrouwbare teksten en informatie krijgt voorgeschoteld? Het kan er
allemaal wel gelikt uitzien, maar dat helpt niet als dat wat wordt gepresenteerd
onder de maat is. Het zou toch zo moeten zijn dat elke gebruiker van een
website als deze, of het nu wetenschappers zijn, ‘gewone’ lezers of toevallige
bezoekers, recht heeft op correcte informatie. Wie als maker van zo’n website
niet de intentie of het talent heeft om dergelijke informatie aan te bieden
moet iets anders gaan doen en het foute overtikken overlaten aan journalisten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.