De achterneef
Karl Marx was getrouwd met Jenny von
Westphalen, en die was van bescheiden adellijke afkomst. Er zijn mensen die dat
vreemd vinden en die menen dat Marx als socialist een wat meer proletarische
keuze had moeten maken. Misschien vinden diezelfde mensen ook wel dat
Nederlandse socialisten geen dubbele achternamen mogen hebben. Ik kwam op die
gedachte toen ik het register van de biografie Moed en overmoed. Leven en tijd van Mata-Hari van Jessica Voeten en
Angela Dekker bekeek. Ik begin, zoals al vaker opgemerkt, een biografie en
andere informatieve boeken graag achterin, bij de voetnoten, de literatuurlijst
en het register. Vooral het register is wat mij betreft voor het inlezen
onontbeerlijk: je kunt zo’n beetje zien wat je kunt verwachten aan personen die
met het onderwerp van de biografie te maken hebben, en juist de namen die je
niet verwacht maken het leuk en interessant. Of je een naam verwacht of niet
heeft uiteraard te maken met de eigen kennis van het onderwerp, en omdat ik
eigenlijk niet zo veel weet over Mata-Hari kon ik in nauwelijks verrast worden.
Wel vielen me de vele dubbele achternamen op. En die zijn altijd leuk in een
register. Franse lange namen bijvoorbeeld, zoals Marie Anatole Louise Élisabeth
Comtesse Greffulhe-de Riquet de Caraman-Chimay, want hoe doe je dat? Wat is nou
eigenlijk de achternaam, zet je streepjes tussen de voornamen zoals de Fransen
vaak doen, schrijf je dat ‘Comtesse’ met een grote of een kleine letter?
Schrijf je een accent aigu op een hoofdletter? En hoe weet je of al die
voornamen kloppen, want op Wikipedia, de Franse, heeft ze er een meer.
Er komen niet veel lange Franse namen voor in deze biografie, wel veel
Nederlandse. Die staan bijna allemaal in het register zoals ik ze er ook in zou
zetten: Andringa de Kempenaer onder de A, Balbian Verster onder de B, Cort van
der Linden onder de C, Fundter de Beauchene onder de F. Enzovoorts. Maar een
paar keer gaat het mis. Henriette Roland Holst-van der Schalk komt, zij het
alleen als zuster van de bankier Will van der Schalk, in het boek voor, maar in
het register moeten we haar onder Holst zoeken. Ook de anarchistische voorman
Ferdinand Domela Nieuwenhuis komt ergens even langs, en ook hij is in het
register terechtgekomen met de tweede helft van zijn achternaam. Zou dat komen,
denk ik dan, omdat de registermaker denkt dat socialisten geen dubbele achternamen
kunnen hebben?
Domela Nieuwenhuis correspondeerde met Marx, we komen dus al een beetje
in de buurt van het onderwerp van deze vrijdagse reeks. Maar er staat nog
iemand in het register van de Mata-Hari-biografie, en die had zowel direct
contact met Mata-Hari als een familierelatie met de familie Marx. Eduard
Philips, want die is het, was als advocaat voor onze spionne actief, en hij was
een achterneef van Marx. De vader van Eduard (1872-1967), Frederik, de
Zaltbommelaar die ook de vader van de Philips-concernoprichters Gerard en Anton
was, was een volle neef van Marx. Eduard schreef in 1957 zijn Gedachten en herinneringen op, en daarin
komt Marx natuurlijk ook voor, meestal haalt hij zijn kennis uit boeken, en af
en toe uit de familieoverlevering. Marx schreef, volgens Eduard Philips, Das Kapital ‘gedeeltelijk in het huis
van zijn oom (mijn ouderlijk huis); volgens mijn vader had hij de gewoonte,
telkens als hij wat geschreven had, op te staan en om de tafel te lopen, harder
en harder, tot dat hem iets inviel, waarna hij weer ging schrijven.’
Uit De Sumatrase Post van 14 juli 1939 (via Delpher.nl) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.