Vliegende Hollander (6): Boven Duitsland op 1 mei 1933
De luchtvaartpionier in mijn
schoonfamilie, Co van Tijen (1897-1958), ging in 1932 in opdracht van het Syndicaat
voor Luchtschipverkeer met Nederlandsch-Indiƫ naar het Duitse Friedrichshafen
(aan het Bodenmeer), waar sinds 1898 de Luftschiffbau Zeppelin was gevestigd.
Van Tijen moest de mogelijkheden van de luchtscheepvaart in kaart brengen en
hij deed dat door bemanningslid te worden en in totaal 74 vaarten met de Graf Zeppelin
LZ 127 te maken. Hij was in totaal 2666 uur in de lucht en legde een afstand af
van 272.000 kilometer. ‘Van die reizen volbracht ik er: 3 aan het koersroer, 16
aan het hoogteroer [en] 40 bij de navigatie’, schreef hij in een verslag aan
zijn Nederlandse opdrachtgever eind 1933. Een kopie van het verslag bevindt zich
in het familiearchief, net als de gedrukte versie van een lezing waarin hij een
jaar eerder over zijn ervaringen vertelde. Vierentwintig tochten gingen over de
Atlantische Oceaan.
Een van de 74 vaarten vond plaats op 1 mei 1933 boven Duitsland, op 1 Mei 1933 eigenlijk, Mei met een hoofdletter, want ook de Duitse nationaalsocialisten, die net een paar maanden aan de macht waren, vierden de Dag van de Arbeid. Vanwege de feestdag was er een ‘Deutschlandfahrt’, en oom Co was aan boord. Ik weet niet of deze tocht al een propagandavaart was, zoals later zou gebeuren met de Zeppelins – ik ga het wel eens uitzoeken. De paar stukken in het familiearchief zeggen er niets over. De briefkaart die Co van Tijen op 1 mei 1933 vanuit de Graaf Zeppelin aan zijn broer Remmert in Den Haag stuurde draagt er in elk geval nog geen sporen van. Geen postzegels met de nieuwe leider, geen hakenkruizen. Wel speciale stempels.
Het handschrift van Oom Co is, zoals altijd, moeilijk te lezen: ‘Een groet van de “Deutschlandfahrt”. Je hebt dan meteen de postzegels. Gisteravond 12 u. opgestegen, toch altijd weer fascinerend, vooral ’s nachts. Momenteel zitten wij in de wolken ergens boven Dortmund, wij hebben een flauw zonnetje, onder is ’t mist. Ze treffen het niet met hun feest. Ik hoop, dat wij wat van Bremen en Hamburg zien, de rest komt er niet zooveel op aan. 30 passagiers a[an] b[oord]. Joost weet waar ze geslapen hebben. Ik wel, niet![?]’ Interessant is dat ‘hun’ in ‘[z]e treffen het niet met hun feest’. Het was niet het feest van Oom Co, want hij was geen socialist, maar van de nazi’s moest hij ook niets hebben. Na de Duitse bezetting van Nederland werd hij actief in het verzet, met gevangenschap in Haaren, Sachsenhausen en Buchenwald tot gevolg. Zijn broer Remmert was zijn compagnon in het verzetswerk, hij stierf in Duitse gevangenschap.
Oom Co filmde en fotografeerde tijdens zijn reizen, zoals we eerder al zagen. Twee afdrukken van foto’s die hij tijdens een van zijn Zeppelinvaarten maakte zijn in het familiearchief bewaard: een van het interieur van de LZ 127 en een van, denk ik, Zeppelin-baas Hugo Eckener die uit het raam kijkt. Op andere foto’s op het Internet draag Eckener ook vaak zo’n petje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.