Vliegende Hollander (3)
Co van Tijen, de luchtvaartpionier in mijn aangetrouwde familie die nog een rol gaat spelen in de televisieserie Vliegende Hollanders, kwam uit een interessante familie. Hij had drie broers en een zuster. Een van die broers was Remmert, de grootvader van mijn echtgenote. Hij was een marineman, werd onderzeebootkapitein en later hydrograaf en overleed als verzetsman in Duitse gevangenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een andere broer was Willem, die naam zou maken als architect. De zus, Jo, trouwde met Gerard Lugt, een vooraanstaande ingenieur bij Werkspoor in Amsterdam, en de nog niet genoemde was Henk, ook een ingenieur, die het tot directeur van de Schelde-werf in Vlissingen zou schoppen. Henk was de oudste, Co de jongste, en dat leidde in de familie tot dit verbale familieportret: ‘Henk, Jo, de jongens en Co’. Het is de werktitel voor een boek over de familie dat ik graag zou schrijven.
Co van Tijen (1897-1958) speelde vanaf eind jaren twintig op allerlei manieren een rol in de opkomende Nederlandse en ook in de internationale luchtvaart. Dezer dagen negentig jaar geleden, in het najaar van 1930, was hij bezig met een solovlucht naar Nederlands-Indië. Hij was in die tijd de reclameman van de chocoladefirma Van Houten en de reis was een reclamevlucht. Materiaal genoeg in het familiearchief en elders om daar nog eens op terug te komen. Maar er waren nog meer mensen in de familie die vlogen. Een paar neven bijvoorbeeld. Ik noemde in een vorige aflevering al Gerard Lugt jr., zoon van zus Jo van Tijen, die in 1944 als militair piloot in Nederlands-Indië verongelukte. En dat was niet het eerste vliegongeluk in de familie. Een ander neefje, Remmert van Tijen, zoon van broer Henk, de Schelde-directeur, stortte in 1939 neer en kwam om.
Deze Remmert – de naam komt al eeuwen in de familie voor – was leerling van de Rijksopleiding voor Verkeersvliegers in Amsterdam en had al een brevet voor sportvliegtuigen. Hij mocht daarom de ‘luchttaxi’s’, vierpersoons vliegtuigjes, type FK 43, gebouwd door Frits Koolhoven, besturen. Hij zou op zaterdag 10 juni 1939 een rondvlucht maken vanuit Amsterdam en stops maken in Haamstede en Vlissingen, om daarna naar Amsterdam terug te keren. Maar bij het naderen van het toenmalige Vliegpark Vlissingen ging het mis en de PH-AJK, die de naam Krekel had gekregen, stortte neer op het strand, niet ver van het ouderlijk huis van Remmert van Tijen aan de Boulevard Bankert. Twee andere inzittenden vonden de dood. Vermoedelijk, zeggen de kranten uit die tijd, was het vliegtuigje te zwaar beladen omdat er behalve drie personen ook veel bagage aan boord was. Getuige van de ramp was mijn schoonvader, een van de beste vrienden van Remmert van Tijen. Hij zou later met een nichtje van de omgekomene trouwen.
In het familiearchief-Van Tijen bevindt zich een aantal foto’s van Remmert van Tijen in en bij een vliegtuig, een zweefvliegtuig deze keer. Het internet is ook nu behulpzaam en vertelt me dat het gaat om een Grunau Baby IIa, gebouwd in 1936 door de NV Vliegtuigbouw in Deventer. Dit ‘Roenkel’ gedoopte toestel ging naar de Walcherse Zweefvliegclub in Vlissingen, waar ook deze foto’s gemaakt zullen zijn. Eind juli 1939 werd het vliegtuig bij een landing beschadigd. Er waren geen slachtoffers, behalve het toestel, want dat vloog waarschijnlijk nooit meer. De foto’s zijn nog wat nader te dateren met een ander vliegtuigongeluk. Op een van de kiekjes staat namelijk, behalve de Roenkel, een Douglas DC-2 met het vliegtuigregistratienummer PH-ALF. Die was sinds april 1936 in Nederland en was ‘Flamingo’ gedoopt. Op 28 juli 1937 zou het vliegtuig ten zuiden van Brussel neerstorten vanwege technische complicaties; alle inzittenden, 4 bemanningsleden en 11 passagiers, kwamen om het leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.