Vliegende Hollander (8): Eén
grote ramp
De luchtvaartpionier in mijn schoonfamilie, Co van Tijen (1897-1958), dat wil zeggen: zijn personage in de serie Vliegende Hollanders, is nu in drie afleveringen in beeld geweest, en in totaal heeft die arme Eelco Smits, de acteur die Oom Co uitbeeldt, een zin of acht gezegd. Het zou natuurlijk kunnen dat aflevering 8, de laatste, nog een heldenrol in petto heeft voor Oom Co. Omdat de serie intussen met de historische werkelijkheid nauwelijks nog iets te maken heeft, waag ik me niet aan voorspellingen. Ik zie bij de informatie over deze aflevering 8 op IMDB.com dat Hermann Göring weer meedoet, en dat hij dan wordt gespeeld door een Duitse acteur, zodat hij waarschijnlijk niet Duits praat met een Nederlands accent, zoals de jongere Göring uit aflevering 1.
Wat zou Eelco Smits hebben gedaan om zich op zijn acht zinnen in de rol van Oom Co voor te bereiden? Ik geloof niet dat hij bij familieleden langs is geweest. Er zijn nog een paar achternichten die iets zouden kunnen vertellen, maar die desondanks niet veel kunnen vertellen, want Oom Co was een tamelijk gesloten boek. Zijn luchtvaart- en andere beroepsactiviteiten zijn wat de uiterlijke feitelijkheden betreft wel te volgen, maar er heeft, volgens mij, nog nooit iemand een goede duik in de archieven genomen om zijn leven goed in kaart te brengen. Mijn schoonvader, getrouwd met een nichtje van Oom Co, vertelde ooit de anekdote dat de Fokker-directeur graag door zijn fabriek liep en deze en gene aansprak om te vragen wat precies zijn taak was; en als die persoon die vraag niet goed kon beantwoorden, kon hij vertrekken. Dat beeld van een strenge werkgever krijgen we in elk geval niet als we het timide mannetje met zijn acht zinnen uit de serie zien.
Aflevering 7 van Vliegende
Hollanders was getiteld ‘De rampweek’, want gewijd aan de – historisch echt
gebeurde – drie ongelukken met KLM-toestellen tussen 14 en 20 juli 1935. Maar
de makers van Vliegende Hollanders vonden dat niet erg genoeg: ze verzonnen er
een ramp bij. En niet zomaar een: zoon Jan van Albert Plesman stortte zogenaamd neer
en kwam om. Reden voor Plesman om korte tijd later met zijn secretaresse – die
nog NSB-lid is ook – te gaan rampetampen. Dat is nogal wrang, dat verzinsel van
die dood van Jan, want in werkelijkheid werd hij in 1944 als RAF-piloot boven
Frankrijk door de Duitsers neergehaald; hij werd postuum voor zijn dienst voor
het vaderland onderscheiden. En dan laten ze in de serie Jan ook nog eens grote
moeite hebben met die NSB-juf van zijn vader. Laten die makers van Vliegende
Hollanders maar eens uitleggen wat ze hiermee bedoelen.
Het is vreemd dat de makers van
de Vliegende Hollanders denken dat de wederwaardigheden van Fokker en Plesman
niet spannend genoeg zijn om drama mee te maken. In eerdere aflevering antedateerden
ze al een vliegramp om de zelfmoord van Fokkers vrouw Violet aan te kleden – nergens
voor nodig. En nu een verzonnen ramp en een Hijgende Hollander. Ik kijk reikhalzend
uit naar vanavond: zouden onze twee nationale helden dan eindelijk vriendschap
sluiten en samen verhinderen dat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt? Fokker
blijkt namelijk niet echt in 1939 te zijn overleden. En wist u dat de twee
heren later samen de Efteling hebben opgericht? Fokker heeft het Vliegend Tapijt ontworpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.