Absurd
Vanwege de overweldigende bijval voor
mijn kruistocht tegen de verminking van citaten van of uit het werk van Willem
Frederik Hermans op de website neerlandistiek punt nl besteed ik er nog maar eens
aandacht aan. Om te beginnen maar eens positief: Sasha Richman, promovenda van
Mathijs Sanders in Groningen, koos vanaf vrijdag 1 juli 2022 een paar prachtige
citaten die met het thema van haar voorgenomen dissertatie te maken hebben: de rol
van de fotografie in het werk van Hermans en anderen. De citaten zijn met zorg
gekozen en overgenomen, in tegenstelling tot de manier waarop haar directe
voorganger Yves Petry dat deed. Die knutselde ten eerste aan een van de gekozen
citaten, en de meeste vond hij op een citatenwebsite, net als zijn collega Abdelkader
Benali, over wie ik eerder berichtte, maar dan zonder zijn naam te noemen. De
herkomst van die citaten is goed herkenbaar aan de afwijkingen in vergelijking
met de originele teksten; een van zijn citaten deelt Petry zelfs met Benali, met
precies dezelfde verkeerde woordvolgorde.
Aan het eerste citaat van Sasha Richman
zit toch een smetje, maar daar kan ze zelf niets aan doen. De redactie van neerlandistiek
punt nl heeft namelijk bedacht dat je best alle zinnen die in zo’n Hermans-citaat
staan achter elkaar kunt plakken, zonder nieuwe alinea’s etc., ook bij
gedichten. Ik constateerde dat bij enkele van de door mij gekozen citaten, en in
die drie gevallen werd de schade hersteld. Maar het betekende niet dat het
regime werd veranderd. De redactie stak een dikke middelvinger naar mij (en Hermans) op en
plakte verder aan elkaar.
Aan het eerste citaat van Sasha
Richman (uit De donkere kamer van Damokles), gepubliceerd op 1 juli
2022, is goed te zien hoe absurd dat is. Dit staat nu op neerlandistiek punt
nl:
Zijn judoclubje
was hij geregeld blijven bezoeken. Zijn voeten vergroeiden ernaar, zij werden
breed en zeer gespierd over de wreven, het leek of zij zuignappen aan het
worden waren, hij stond er onverwrikbaar op als waren zij van lood. Normale
schoenen kon hij niet meer dragen, er moesten bijzondere schoenen naar maat
voor hem gemaakt worden. Een klein monster, een rechtopstaande pad.
Maar in het origineel staat:
Zijn judoclubje
was hij geregeld blijven bezoeken. Zijn voeten vergroeiden ernaar, zij werden
breed en zeer gespierd over de wreven, het leek of zij zuignappen aan het
worden waren, hij stond er onverwrikbaar op als waren zij van lood. Normale
schoenen kon hij niet meer dragen, er moesten bijzondere schoenen naar maat
voor hem gemaakt worden.
Een klein
monster, een rechtopstaande pad.
Een nieuwe alinea dus, die laatste zin. Dat is de keuze van de schrijver, en daar kom je met je tengels niet aan op de manier waarop neerlandistiek punt nl dat doet. Als je, zoals de redactie van neerlandistiek punt nl, belangrijk vindt wat het verschil is tussen ‘turkoois’ en ‘turquoise’, tussen ‘aanmeren’ en ‘afmeren’ en tussen ‘absurd’ en ‘bizar’ (ik noem maar een paar afleveringen van de honderden van het ‘Verwarwoordenboek’ op neerlandistiek punt nl, die wél met alineas, witregels en wat dies meer zij worden gepubliceerd), dan moet je ook interessant vinden hoe een echte schrijver zijn tekst indeelt. Want dat doet hij niet zo maar.
Een nog akeliger voorbeeld van zinnenplakkerij demonstreerde neerlandistiek punt nl
bij een citaat dat Gert Brouns had uitgezocht. Ook hij deed dat met zorg en
precisie. Hij koos dit fragment uit Nooit meer slapen en citeerde het
naar de Volledige Werken, deel 3:
Als je mij vraagt
zijn er drie belangrijke stadia in de geschiedenis van de mens.
In het
eerste kende hij zijn eigen spiegelbeeld niet, evenmin als een dier dat kent.
Laat een kat in een spiegel kijken en hij denkt dat het een raam is waarachter
een andere kat staat. Blaast ertegen, loopt er omheen. Op den duur is hij niet
meer geïnteresseerd; sommige katten tonen zelfs nooit enige belangstelling voor
hun spiegelbeeld.
Zo zijn de eerste mensen ook geweest. Honderd procent subjectief. Een ‘ik’ dat zich vragen kon stellen over een ‘zelf’ bestond niet.
Tweede stadium: Narcissus ontdekt het spiegelbeeld. Niet Prometheus die het vuur ontdekte is de grootste geleerde van de Oudheid, maar Narcissus. Voor het eerst ziet ‘ik’ zich ‘zelf’. Psychologie was in dit stadium een overbodige wetenschap, want de mens was voor zichzelf wat hij was, namelijk zijn spiegelbeeld. Hij kon ervan houden of niet, maar hij werd niet door zichzelf verraden. Ik en zelf waren symmetrisch, elkaars spiegelbeeld, meer niet. Wij liegen en het spiegelbeeld liegt met ons mee. Pas in het derde stadium hebben wij de genadeslag van de waarheid gekregen.
Het derde
stadium begint met de uitvinding van de fotografie. Hoe dikwijls gebeurt het
dat er een pasfoto van ons gemaakt wordt waarvan wij evenveel houden als van
ons spiegelbeeld? Hoogst zelden! Voordien, als iemand zijn portret liet
schilderen en het beviel hem niet, kon hij de schuld aan de schilder geven.
Maar de camera, weten wij, kan niet liegen. En zo kom je in de loop van de
jaren, via talloze foto’s, erachter dat je meestal niet jezelf bent, niet
symmetrisch met jezelf, maar dat je het grootste deel van je leven in een
aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke je alle verantwoordelijkheid van
de hand zou wijzen als je kon.
De angst
dat andere mensen hem zien zoals hij is op die foto’s die hij niet kan
endosseren, dat ze hem misschien nooit zien zoals het spiegelbeeld waarvan hij
houdt, heeft de menselijke individu versplinterd tot een groep die uit een
generaal plus een bende muitende soldaten bestaat. Een Ik dat iets wil zijn -
en een aantal schijngestalten die het Ik onophoudelijk afvallen. Dat is het
derde stadium: het voordien vrij zeldzame twijfelen aan zichzelf, laait op tot
radeloosheid.
De psychologie
komt tot bloei.
En wat staat er op neerlandistiek punt nl? Dit:
Als je mij vraagt
zijn er drie belangrijke stadia in de geschiedenis van de mens. In het eerste
kende hij zijn eigen spiegelbeeld niet, evenmin als een dier dat kent. Laat een
kat in een spiegel kijken en hij denkt dat het een raam is waarachter een
andere kat staat. Blaast ertegen, loopt er omheen. Op den duur is hij niet meer
geïnteresseerd; sommige katten tonen zelfs nooit enige belangstelling voor hun
spiegelbeeld. Zo zijn de eerste mensen ook geweest. Honderd procent subjectief.
Een ‘ik’ dat zich vragen kon stellen over een ‘zelf’ bestond niet. Tweede
stadium: Narcissus ontdekt het spiegelbeeld. Niet Prometheus die het vuur
ontdekte is de grootste geleerde van de Oudheid, maar Narcissus. Voor het eerst
ziet ‘ik’ zich ‘zelf’. Psychologie was in dit stadium een overbodige
wetenschap, want de mens was voor zichzelf wat hij was, namelijk zijn
spiegelbeeld. Hij kon ervan houden of niet, maar hij werd niet door zichzelf
verraden. Ik en zelf waren symmetrisch, elkaars spiegelbeeld, meer niet. Wij
liegen en het spiegelbeeld liegt met ons mee. Pas in het derde stadium hebben
wij de genadeslag van de waarheid gekregen. Het derde stadium begint met de
uitvinding van de fotografie. Hoe dikwijls gebeurt het dat er een pasfoto van
ons gemaakt wordt waarvan wij evenveel houden als van ons spiegelbeeld? Hoogst
zelden! Voordien, als iemand zijn portret liet schilderen en het beviel hem
niet, kon hij de schuld aan de schilder geven. Maar de camera, weten wij, kan
niet liegen. En zo kom je in de loop van de jaren, via talloze foto’s, erachter
dat je meestal niet jezelf bent, niet symmetrisch met jezelf, maar dat je het
grootste deel van je leven in een aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke
je alle verantwoordelijkheid van de hand zou wijzen als je kon. De angst dat
andere mensen hem zien zoals hij is op die foto’s die hij niet kan endosseren,
dat ze hem misschien nooit zien zoals het spiegelbeeld waarvan hij houdt, heeft
de menselijke individu versplinterd tot een groep die uit een generaal plus een
bende muitende soldaten bestaat. Een Ik dat iets wil zijn - en een aantal
schijngestalten die het Ik onophoudelijk afvallen. Dat is het derde stadium:
het voordien vrij zeldzame twijfelen aan zichzelf, laait op tot radeloosheid.
De psychologie komt tot bloei.
Eén alinea, een vette, onhermansiaanse lap in plaats van de zorgvuldig en welbewust in zeven alinea’s ingedeelde tekst. Wat zegt Jan Renkema, de bedenker van het ‘Verwarwoordenboek’, ook weer in zijn Schrijfwijzer: ‘De alinea is de belangrijkste bouwsteen van een tekst.’
Bizar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.