Over genres
De Willem
Frederik Hermans-citatenleverancier op neerlandistiek punt nl van deze week,
Suzanne Voets, is student Nederlands in Nijmegen en schrijfster. Ze werkt,
volgens de tekst die haar bij ons introduceert als citatenleverancier,
momenteel ‘aan een historische roman en enkele literaire publicaties’. Dat
wordt dus een niet-literaire historische roman, begrijp ik? Is dat alleen maar onnadenkend
geformuleerd of zitten er diepere gedachten achter, zoals in het geval waarover
ik een jaar of zes geleden, op 2 juni 2016, op Facebook schreef onder de titel ‘Literaire romans’:
Het Historisch Nieuwsblad
bestaat 25 jaar en daarom mogen we stemmen op ons favoriete geschiedenisboek.
Het tijdschrift geeft een lijst van 250 titels om uit te kiezen. Op die lijst,
waarop elke titel een genre-aanduiding heeft, zie ik dat ik de afgelopen jaren,
zonder me daarvan bewust te zijn, een aantal interessante ‘literaire romans’
heb gelezen. Een kleine geschiedenis van bijna alles van Bill Bryson
bijvoorbeeld, en In Europa, De eeuw van mijn vader en Hoe God
verdween uit Jorwerd van Geert Mak, ook Tot het bittere einde van
Viktor Klemperer en Romantiek van Rudiger Safranski. Allemaal ‘literaire
romans’ volgens het Historisch Nieuwsblad, net als Sonny Boy en De
Amerikaanse prinses van Annejet van der Zijl. Romans zonder zo’n toevoeging
(niet-literaire romans zou je kunnen zeggen) staan niet op de lijst, maar
vreemd genoeg is er ook geen genre ‘historische romans’. Dus geen –
bijvoorbeeld – Hella Haasse. Wel een categorie ‘Pockets algemeen’, met één
titel: de Historiën van Tacitus.
De lijst is opgesteld in
samenwerking met een viertal gepensioneerde academici. Een van hen is Hans Blom
(Leiden, NIOD). Amusant is dat twee literaire romannetjes van zijn promovenda
Van der Zijl op de lijst staan, maar niet haar proefschrift, een biografie over
Prins Bernhard. Curieus is dat een egodocument als de dagboeken van Klemperer
wel in de Top 250 staan, maar het dagboek van Anne Frank niet. Niet literair
genoeg zeker, of geen ‘pocket algemeen’.
En terwijl ik de lijst
uitgebreid aan het bestuderen was kondigde Teletekst, geheel in lijn met de
lijst van het Historisch Nieuwsblad, een item van Nieuwsuur aan: ‘Het
succes van de streekroman’. ‘Wat verklaart het succes van boeken over
(vergeten) regionale geschiedenis?’ vraagt het televisiescherm mij. Ik naar
Nieuwsuur kijken: er is aandacht voor de vertoneelstukking van ‘Het
pauperparadijs’ van Suzanna Jansen (‘Literaire non-fictie algemeen’ op de lijst
van het Historisch Nieuwsblad), en Marcia Luyten komt aan het woord over
haar Het geluk van Limburg. Dat boek staat niet op de HN-lijst, ik kan
dus niet opzoeken wat dat voor soort boek is. Maar gelukkig wint Luyten een
paar dagen later de Brusseprijs. De jury daarvan vindt Luytens boek ‘een
verhaal dat leest als een roman’. Ik, argeloze lezer en kijker, begrijp dus dat
de Brusseprijs een prijs is voor de beste streekroman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.