dinsdag 9 augustus 2022

Vlechten

Mijn moeder zou vandaag 102 zijn geworden als ze niet al op haar 99ste was overleden, ongeveer honderd dagen vóór haar honderdste. Uit haar bezit komen deze twee briefkaarten, allebei gesigneerd door de Nederlands-Duitse zanger en filmster Johan Heesters, die, in 1903 in Amersfoort geboren, de honderd wél haalde, en wel ruim. De kaart met Sylvain Poons en de ijskar hoort bij de film ‘Bleeke Bet’ uit 1934. Rond die tijd verhuisde Heesters naar Duitsland om daar, als Johannes Heesters, tot zijn dood te blijven en tot 1944 vrolijk in allerlei films te acteren en te zingen. Vanaf 1946 ging hij daar weer net zo vrolijk mee door. De andere briefkaart is een Duitse kaart.

Ik gebruikte de ‘Bleeke Bet’-kaart in 2010 als illustratie bij het mooie en interessante artikel ‘Johannes Heesters in Wenen en Berlijn’ dat Helleke van den Braber schreef voor het boek waarvan zij en ik samen de eindredactie deden: In 1934. Nederlandse cultuur in internationale context (uitgegeven door Querido). Mijn moeder kreeg een bewijsexemplaar als leverancier van een archiefstuk uit particulier bezit. Tijdens het afronden van de redactie en de productie van het boek controleerde ik voortdurend of er op het laatste moment nog een correctie moest worden toegepast op het artikel van Helleke: de overlijdensdatum van Heesters namelijk. Soms wil je gewoon graag iemand dood hebben, maar dat lukte niet: hij gaf het pas in 2011 op, 108 jaar oud. Hij moest dus heel lang uitleggen waarom hij tot 1944 had doorgezongen en -gespeeld.

Mijn moeder vertelde regelmatig dat ze de briefkaarten had gekregen en laten signeren bij een bezoek van Heesters aan een bioscoop in Kerkrade, ik neem aan bij een voorstelling van ‘Bleeke Bet’. Ik heb gezocht of ik iets kon vinden over zo’n bezoek, maar dat is niet gelukt. Kerkrade had, toen mijn moeder jong was, en ook nog toen ik jong was, tot midden jaren zestig twee bioscopen: Hollandia op de Markt, een echte theater, verpakt in een mooi gebouw, en de Roxy in de Einderstraat, die tot 1945 Tonhalle Roxy heette. Kerkrade was cultureel gezien toen nog veel Duitser dan nu. De Roxy lag achter de huizen, zonder vanaf de straat zichtbare architectuur. Alleen etalages met affiches etc. wezen op de aanwezigheid van een filmhuis. Ik herinner me dat je een lange smalle gang door moest voordat je de Dikke en de Dunne kon gaan bekijken.

Johan Heesters maakte, vertelde mijn moeder, bij het uitdelen van de kaarten een opmerking over de vlechten die ze als tiener – tot wanneer? – had. Ze waren lang, langer dan een foto uit die tijd kon bevatten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.