Je moet ergens beginnen
Tussen 1974
en 1977 gaven studenten germanistiek in Utrecht in wisselende redactiesamenstellingen een
onregelmatig verschijnend periodiek uit, waarvan de inhoud een mengeling was
van actievoeren, voorlichting, gein, ongein, eerste en laatste literaire
pogingen en bladvulling. Het tijdschrift had ook wisselende titels, het begon als - met excuses alsnog - Um Goethes Willen, ging even door als SSS (dat stond voor ‘Sinnliches,
Sachliches, Sonstiges’, toen niemand dat snapte gingen we door als UGW/SSS, om via UGW/SSS-Journal te eindigen met Journal.
En tussendoor maakten we, om de mensen die zich aan ons ergerden te pesten, een
nummer dat Arroganz heette.
Een deel van
die pakweg15 afleveringen schreef uiteraard de
redactie vol, en daarom staan er ook behoorlijk wat stukken van mij in die de
moeite van het herdrukken absoluut niet waard zijn. Niet veel moeite heb ik met
een paar pagina’s visuele poëzie die ik in 1974 in de eerste nummers van Um
Goethes Willen etc. zette:
|
in: Um Goethes Willen (Utrecht), 1 (1974), nr. 1, p. [12] |
|
in: Um Goethes Willen (Utrecht), 1 (1974), nr. 2, p. 8 |
|
in: Um Goethes Willen (Utrecht), 1 (1974), nr. 3, p. 13 |
Toen was het
afgelopen met dit soort teksten. Er kwam nog wel iets dergelijks, maar dat was toch meer in
de categorie ongein. Als ik het wel heb, stond in elke exemplaar een ander
woord, en achter elkaar gelezen in de goede volgorde was het een tekst van
iemand over het een of ander. Maar ja, probeer dat maar eens te achterhalen,
als je de enige bent die dit soort dingen bewaard heeft:
|
in: UGW/SSS-Journal (Utrecht), 2 (1974-1975), nr. 16 [= 5], p. 74 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.