Slordigheid
of integriteit? (2)
Ik ga nog even door met snuffelen aan en
bladeren in de Lucebert-biografie van Wim Hazeu en stuit in het register op de
naam Oskar Pastior (1927-2006). Pastior past goed bij Günter Grass, over wie ik het de vorige keer had, al was het maar omdat ze ongeveer even oud waren:
Pastior – ik mocht Oskar zeggen – was vier dagen jonger dan Grass, die ik
Günter mocht noemen. Ze hadden veel gemeen: allebei kwamen ze van de
randgebieden van de Duitse taal en beider biografieën werden bepaald door hun
geografische herkomst én door de Tweede Wereldoorlog.
Bron: http://www.knack.be/nieuws/boeken/beste-vriend-nobelprijswinnares-herta-muller-was-informant/article-normal-10611.html |
Waarom komt Pastior in de
Lucebert-biografie van Hazeu voor, hoewel hij in de biografie van Lucebert geen
rol speelt? Omdat Lucebert Pastior aardig vond, en dat had Lucebert gemeen met
iedereen die Oskar kende. Ze leerden elkaar, moet ik concluderen, in april 1986
kennen, toen Lucebert, hij en Wiel Kusters gedichten voorlazen tijdens een –
moet ik weer concluderen, gegevens ontbreken (het zal slordigheid zijn) –
congres van literatuurwetenschappers in het Literarisches Colloquium in
Berlijn. Lucebert schrijft er over aan zijn vriend Kees Groenendijk, hij noemt
Pastior een ‘bijzonder simpathieke duitse dichter’, die lak had aan de hem en
Lucebert omringende geleerdheid tijdens de bijeenkomst. Lucebert vond Pastior
‘echt’: ‘dichters blijken overal, àls ze echt zijn, veel te serieus om
diepzinnig te zijn.’ Mooi citaat, maar een precieze vermelding van de
vindplaats ontbreekt. Ja, ik weet het, beste lezer: op p. 792 van de biografie
wordt een aantal vindplaatsen opgesomd die ‘niet bij herhaling vermeld’ worden,
en de brieven aan Groenendijk horen daar ook bij. Maar in die lijst staan ook
de brieven van Lucebert aan Cas de Quai, en die worden op dezelfde voetnotenpagina
wél een paar keer vermeld. Het zal slordigheid zijn.
Hazeu legt aan de lezer van de biografie
uit wie Oskar Pastior is: een ‘uit Roemenië naar het Westen “gevluchte”
dichter’, voorlopig zonder uitleg over die aanhalingstekens. Hazeu laat na –
het zal slordigheid zijn – de lezer, van wie je niet kunt verwachten dat hij
zulke dingen weet, te vertellen dat Pastior een Duitstalige dichter was, geboren en opgegroeid in een van de
Duitstalige gebieden in het huidige Roemenië, dat hij als jongeman in Russische
werkkampen zat en misschien ook dat de Roemeens-Duitse Nobelprijswinnares Herta
Müller met zijn levensverhaal als basis in 2009 een prachtig boek publiceerde: Atemschaukel (Ademschommel in het Nederlands van Ria van Hengel, ook uit 2009).
Maar dat staat er allemaal niet.
Bron: http://erikdegraaf.blogspot.nl/2015/06/herta-muller-en-oskar-pastior.html |
Wat er wel staat, een paar regels
verder, is een soort uitleg van de net genoemde aanhalingstekens. Daar staat: ‘Dat
de dichter allesbehalve “echt” was konden Lucebert en Kusters niet weten.
Pastior is later ontmaskerd als informant van de Roemeense geheime dienst.’ Dat
is waar, en daar zou veel over te vertellen zijn, maar in combinatie met dat
“gevluchte” tussen aanhalingstekens zou de indruk kunnen ontstaan dat Pastior
door de Roemeense geheime dienst in 1968 naar Duitsland is gestuurd om daar tegen
betaling informantje te spelen. En dat is volgens mij niet waar. Waar Hazeu zijn
informatie vandaan haalt is bij gebrek aan bron – het zal slordigheid zijn – onduidelijk.
Niet van de in dit soort gevallen voor de hand liggende bron Wikipedia, want
daar staat het (in de Duitse versie) allemaal heel erg genuanceerd: Pastior
vluchtte wel degelijk in 1968 naar Duitsland, er staat niets over werk voor de
Securitate na zijn vertrek uit Roemenië. Vast staat in elk geval dat Pastior door
de geheime dienst werd gechanteerd met zijn homoseksualiteit. En vast
staat ook – hoewel dat niet op Wikipedia staat – dat Oskar Pastior een van de
aardigste mensen was die ik ooit heb ontmoet.
De overeenkomst van Pastior met Grass en
Lucebert is dat ook Pastior nooit iets over deze problematische episode in zijn
leven vertelde: zijn werk voor de Securitate werd zelfs pas na zijn dood in zijn
volle omvang bekend. Het is goed mogelijk dat Hazeu Pastior vanwege de
overeenkomst met Lucebert in de biografie laat langskomen, maar dan is het a)
goed om dat even te thematiseren en b) om te werken met goede informatie en
niet met malicieuze verdachtmakingen. Het zou natuurlijk kunnen dat ik me
vergis en allerlei berichtgeving over Pastior heb gemist, maar die had ik dan
wel graag in een voetnoot in de biografie zien staan. Want daar zijn voetnoten
voor: mij en iedereen vertellen wat ik eventueel nog niet weet.
Het verhaal van de ontmoeting tussen
Lucebert en Pastior is in de biografie ongeveer een pagina lang, en er staan slechts
twee voetnoten bij – veel te weinig, zoals we al zagen. De twee voetnoten die
er wel staan verstrekken allebei niet de informatie die je zou willen krijgen. De
eerste citeert uit het dagboek van Wiel Kusters, maar het citaat gaat niet echt
over de ontmoeting tussen Lucebert en Pastior. De andere voetnoot lijkt iets te
vertellen over een Duits versje dat Lucebert uit zijn jeugd had onthouden, hem
wellicht aan de hand gedaan door een leraar Duits die bij hem belangstelling voor Duitse poëzie had
gewekt. Over dat versje (‘ne Gabel und ein Messer, / die hatten sich gezankt’)
had ik graag geweten waar het vandaan komt, want het is blijkbaar iets dat
leraren Duits op de ulo in de jaren dertig behandelden – alleen: ik ken het
niet, wat ongetwijfeld een Bildungslücke
is voor een germanist. Wat Hazeu wel vertelt is hetzelfde wat ik ook na een
paar seconden googelen vond: dat het versje in 2015 de basis was voor een Duits kinderboek.
Het probleem is dat dat boek met Lucebert helemaal niets te maken heeft, en
toch geeft Hazeu ons de namen van de auteurs en de titel; om het boek
vervolgens niet in de literatuurlijst op te nemen – maar dat zal slordigheid
zijn. Wel van belang is de mededeling in dezelfde noot dat Wiel Kusters het
versje gebruikte als motto voor een in-memoriamgedicht voor Lucebert, met, en
nu is dat wel van belang, de titel van het gedicht en de bundel waarin het werd
gepubliceerd. Maar als we dan die bundel in de literatuurlijst zoeken, is ook
die daar niet te vinden. Er zit dus wel systeem in de slordigheid.
Bronvermeldingen, literatuurlijsten –
zodra ik het daarover ga hebben, gaan de lezers geeuwen, ik weet het. En ik zal
er ook over ophouden zodra iemand mij met argumenten uitlegt dat ik het met wat
ik hierboven vertel niet bij het rechte eind heb. Want dat zou erg slordig
zijn.
Een eerder en een later stuk over deze biografie staan hier:
https://jangielkens.blogspot.com/2018/03/slordigheid-of-i-ntegriteit-ik-las-dat.html
https://jangielkens.blogspot.com/2018/03/slordigheidof-integriteit-3-nog-een.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.