Also sprach de biograaf
Ik kom nog even terug op mijn vorige bericht.
Dat was, maar dan redelijk neutraal geformuleerd, mijn zoveelste klacht over
het broddelwerk van Hermans-biograaf Willem Otterspeer. Ik was bezig met het
nawoord bij deel 19 van de Volledige Werken
van Hermans, en dan moet je fatsoenshalve die Hermans-biografie raadplegen. Om
dan telkens weer te schrikken. Mijn stuk hiervoor ging, in het kort, over de
bewering van Otterspeer in zijn biografie dat Hermans in 1941, na allerlei
vergeefse pogingen eigen werk geplaatst te krijgen, een ‘succesje’ boekte met een
vertaling in een tijdschrift met de titel Astra.
Alleen: hij laat een bibliografische voetnoot achterwege. Zo’n voetnoot zou ook
een hele opgave zijn geweest, want het is hoogst onzeker of die publicatie wel
bestaat. Dat had de lezer moeten lezen als de biograaf zijn werk had gedaan.
Maar dat deed hij, zoals zo vaak, niet. Niks publicatie zoeken, niks uitleg,
niks voetnoot, maar wel conclusies trekken uit iets dat niet bestaat.
Er zijn wel meer van dat soort gevallen.
Voetnoot 354 van deel 1 van de biografie hoort bij een passage over Hermans die
in 1941 voor medestudenten een lezing over Friedrich Nietzsche’s Also sprach Zarathustra houdt. Een van
die medestudenten had de enige bestaande vertaling uit de bieb gehaald, maar
die vond Hermans maar niks. De vertaler had bijvoorbeeld ‘Übermensch’ met
‘bovenmens’ vertaald. In de voetnoot staat dit: ‘Het betreft hier de vertaling
van Lucien von Römer.’ We verwachten nu de bibliografische verwijzing, maar die
ontbreekt. En dan komt dit: ‘Hermans
wist waarover hij sprak, want hij had zelf in januari 1939 een vertaling
gemaakt van het Eerste Deel van Also sprach Zarathustra’.
Je verwacht nu weer iets, namelijk de informatie over de herkomst van die
kennis, en die staat er ook: een Nietzsche- en Hermansdeskundige heeft hem op die
vertaling gewezen. Dat is mooi, maar wat ontbreekt is de informatie dat het
manuscript van die vertaling zich in het archief-Hermans bevindt. Dat manuscript
heeft Otterspeer nooit gezien, dat bewijst de rest van de zin: ‘met daarin de
belangrijke hoofdstukken “Vom Lesen und Schreiben” (“Von allem Geschriebenen
liebe ich nur Das, was Einer mit seinem Blute schreibt.”) en “Vom Freunde” (“Immer
Einmal Eins – das giebt auf die Dauer Zwei.” En “In seinem Freunde soll man
seinen besten Feind haben.”).’
Dat
zijn lekkere citaten. Maar wat is er aan de hand? De vertaling van Hermans
beslaat niet het hele ‘Eerste Deel’ van Also
etc., maar slechts 8 van de 23 onderdelen. ‘Vom Lesen und Schreiben’ zit daar
niet bij, en de door Otterspeer aangehaalde zin dus ook niet. Gewoon niet
bekeken dat manuscript, niks gecontroleerd, gewoon maar wat opgeschreven en een
paar citaten uitgekozen die passen bij het beeld dat je met alle geweld van
Hermans wil verkopen. Ergens anders in het boek (p. 360-361) meer over de
Duitse filosoof. Daar staat: ‘Van Nietzsche zou hij in de oorlog vrijwel alles
lezen. Er bleef jammer genoeg maar één deeltje bewaard van zijn oude
Nietzsche-uitgaven.’ Gevolgd door een aantal passages die Hermans volgens
Otterspeer aanstreepte. Er is nu wel een bibliografische voetnoot, en die luidt
aldus: ‘Friedrich Wilhelm Nietzsche, Nietzsches Werke i,
Die Geburt der Tragödie. Aus dem Nachlass 1869-1873. Leipzig 1924.’ Dit is geen titelbeschrijving op grond van
de autopsie van het boek uit Hermans’ bezit, maar een uit een digitaal
beschikbare universiteitsbibliotheekbeschrijving gekopieerde titelbeschrijving.
Controleer het maar aan het exemplaar van Hermans – als je het kunt vinden.
Want:: waar het boek uit het bezit van Hermans zich bevindt, vermeldt hij niet.
Ik weet het, maar de biograaf wil niet dat u het weet, dus ik laat u lekker
raden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.