maandag 8 juni 2020

De kunstschilder


De kunstschilder


In mijn ouderlijk huis hing niet veel kunst aan de muur. Maar toch een beetje. Het mooiste stuk, een bloemstilleven van de Limburgse kunstschilder May Ernes (1929-2006), hangt sinds een tijdje hier, nu het appartement van mijn moeder leeg is. Mijn ouders kregen het van kennissen die een aardige collectie Limburgse kunst hadden omdat ze regelmatig schilderijen van armoedzaaiers tegen pakjes sigaretten ruilden. Maar die kennissen hingen, meen ik me te herinneren, niets of weinig van hun collectie op.
May Ernes
Wat bij mijn ouders, behalve de Ernes, ook hing waren twee olieverfschilderijtjes en een waterverfbloemstilleven van iemand die regelmatig bij ons over de vloer kwam. En het was iemand met een verhaal. Indertijd wist ik alleen dat hij zwaar gewond was geraakt tijdens de Tweede Wereldoorlog en dat dat in Duitse krijgsdienst was gebeurd. Hij miste in elk geval één been, en misschien nog wel meer. Hij bewoog zich moeizaam met krukken voort maar stapte wel, als hij op bezoek kwam, uit een sportieve Ford Capri. Ik heb geen idee hoe mijn ouders hem kenden.
Hij woonde in Herzogenrath, aan de Duitse kant van de ooit beruchte Nieuwstraat in mijn geboortestad Kerkrade. Die straat liep twee kilometer lang tussen twee grensovergangen, de Nederlands-Duitse grens liep midden door die straat. Terwijl ik opgroeide daalde de hoogte van het grenshekwerk van twee meter totdat er niets meer van over was en iedereen vrij kon oversteken. In de tijd dat de Franz Thevis, want zo heette de kunstschilder, ons bezocht, moest hij met zijn Capri nog via een van de grensovergangen rijden, hemelsbreed was de afstand een paar honderd meter.
Ik was altijd wel nieuwsgierig naar verdere informatie over deze man, en nu zijn werkstukken hier wachten op een nadere bestemming (niet per se aan onze muren) ben ik maar eens digitaal op zoek gegaan. Veel vond ik niet. Franz Thevis, soms ook Frans genoemd, of Frank (dat staat als signatuur onder het bloemstuk), werd in 1917 in Kerkrade geboren als zoon van Duitse ouders. In Kerkrade ging hij ook naar school. Dat staat in een krantenartikel dat ik op delpher.nl vond en dat gaat over een tentoonstelling van zijn werk die in 1978 op twee locaties, aan beide zijden van de grens, plaatsvond. Daar staat ook, zonder verder commentaar, dat hij zijn zware verwondingen in Stalingrad opliep en dat hij zich in 1946 in Herzogenrath vestigde. Zijn overlijdensjaar heb ik nergens kunnen vinden.
Thevis was lid, zo blijkt uit een recensie in het Limburgs Dagblad van augustus 1962, van de Kunstkring Kerkrade. Die exposeerde werk van tien leden in het Volkshuis, en de journalist, dichter en kunstschilder Paul Haimon besteedde in de krant aandacht aan het getoonde werk, ook aan dat van Thevis: ‘Franz Thevis is […] iemand die met zoeken en worstelen goed maakt wat hem tekort komt in technische ontwikkeling. Er zit leven in zijn werk. Zijn kleine stuk “Rode vruchten” heeft een sterke werking. Men kijkt met verwondering, en dan ook bewondering, naar de technische doorwerktheid van het Bloemstuk. Kleur op kleur in de nog natte materie, er ontstaat een zekere schittering die blijft werken. De (abstracte) compositie ligt buiten zijn vermogen. In het Landschap, dat wel met behulp van abstracte segmenten opgebouwd is, is een levendig vlakkenspel op een afstand kristaliserend [sic!] en dan een eenheid projecterend die treft.’

Haimon zou het werk van Thevis thuis niet ophangen, denk ik dan maar. Maar bij mijn ouders hing het, en daarom gun ik hem hier nog deze kleine solo-expositie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.