vrijdag 1 juni 2018

Bij Marx in Trier


Ik was een halve dag in Trier. Ik vond dat ik, vanwege vroeger, toch een van de tentoonstellingen moest zien die daar op het ogenblik aan de gang zijn over Karl Marx. Die werd 200 jaar geleden in Trier geboren. Tussen eind jaren zeventig en het eind van de vorige eeuw werkte ik op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, waar een belangrijk deel van de nalatenschap van Marx (en Friedrich Engels) wordt bewaard. Een van mijn taken was op den duur het verschaffen van informatie over het archief aan bezoekers en belangstellenden, nog later ging ik over Marx (en Engels) publiceren, ik maakte tentoonstellingen, ook een, in 1992, in het studiecentrum van het Museum Karl-Marx-Haus in Trier, het als museum ingerichte geboortehuis van Marx. Die tentoonstelling was het begin van mijn proefschrift: tijdens het samenstelling van die expositie over Marx en Nederland merkte ik hoe onvolledig en feitelijk onjuist de beschikbare informatie over Marx en zijn Nederlandse verwanten vaak was. Mijn dissertatie was bedoeld om het allemaal wat vollediger en feitelijk juister te maken.
Ik doe tegenwoordig weinig meer aan en met Marx, en het was dan ook een mengeling van nostalgie en resten van een morele verplichting die me Trier lieten bezoeken. Van de twee grote tentoonstellingen zag ik die in het Simeonstift, het stadsmuseum van Trier. Die tentoonstelling heet ‘Stationen eines Lebens’, de andere, in het Rheinisches Landesmuseum Trier, ‘Leben. Werk. Zeit’. Ik zag er dus maar één, maar op grond van de inhoud van de mooie catalogus bij de beide tentoonstellingen vermoed ik dat de twee exposities erg op elkaar lijken. Het mooie van de tentoonstelling die ik zag was in elk geval dat ze meer context bij Marx biedt dan spullen van Marx zelf: geen eindeloze vitrines dus met publicaties en manuscripten, maar veel visueel materiaal – schilderijen, grafiek – die de maatschappelijke verhoudingen, het politieke klimaat en ook de persoonlijke netwerken en levensomstandigheden van Marx en zijn omgeving verhelderen. De ideologie blijft op een prettige afstand of is wetenschappelijk verantwoord aanwezig.
Veel van het originele materiaal uit het IISG dat in de tentoonstelling aanwezig is heb ik ooit in handen gehad, dus daar werd ik niet echt opgewonden van. Daarom was het leuk dat er ook wat zaken in het echt waren die ik alleen van afbeeldingen kende: het grote olieverfportret van Marx’ vrouw Jenny bijvoorbeeld, of het register waarin Marx’ geboorte is vastgelegd, ook speciaal vond ik een braille-editie van het Communistisch Manifest. Die had ik nog nooit gezien, ook niet als plaatje, en dat geldt zeker voor het nog niet zo lang geleden ontdekte portretje van Marx uit zijn studententijd. Ik keek natuurlijk ook of mijn baanbrekende werk over de familie Marx nog een beetje gehonoreerd werd, en dat was in zoverre het geval dat de meeste informatie over Nederlandse Marx-connecties correct is, d.w.z., zoals ze in mijn boek staat. Maar waar ze de informatie vandaan hebben, staat er dan weer niet bij.

Leuk is dan wel weer dat bij een stuk in de catalogus van IISG-medewerker Pepijn Brandon over de geschiedenis van de Marx-papieren van het instituut een affiche is afgebeeld van een tentoonstelling die ik met anderen in 1983 maakte toen Marx honderd jaar dood was.
De inrichting van het museum in het geboortehuis was altijd al een beetje moeizaam: het is gewoon een oud huis met veel kamers, en een daarvan is ‘waarschijnlijk’ de kamer waar Marx is geboren. Oorspronkelijke inrichting is er niet, sinds kort is er alleen een fauteuil die naar men zegt van Marx is geweest en die al die jaren bij een van zijn nazaten in Frankrijk heeft gestaan. De nieuwe inrichting is heel erg veel vorm en veel te veel tekst, en die laatste ook nog tweetalig, met naast, onder en boven het Duits een soort Engels dat wel heel erg veel op het Duits lijkt. De teleurstelling daarover hebben we weggedronken en -gegeten op het zeer prettige terras van de Weinstube Kesselstatt, en die heeft helemaal niets met Marx te maken. Op de weg terug naar het hotel zijn we nog even het nieuwe standbeeld van Marx gaan groeten dat de stad Trier zich heeft laten aansmeren door China. Het heeft kraak nog smaak en staat er nogal troosteloos bij. En ik heb het zo gefotografeerd dat het nog erger lijkt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.