Het verraad van Anne Frank – een
excursie
Het is zwaar
en gevaarlijk werk, dat onhistorisch en onwetenschappelijk onderzoek,
dat blijkt maar uit deze passage in Het verraad van Anne Frank van
Rosemary Sullivan: ‘Monique [Koemans] vertrok naar Duitsland met onderzoeker
Christine Hoste.’ Monique had namelijk ‘ontdekt’ dat een manuscript van een
boek over Anne Frank en ander archiefmateriaal van de Duitse auteur Ernst
Schnabel wordt bewaard in het Deutsches Literaturarchiv in Marbach (het Duitse
letterkundig museum en archief in de buurt van Stuttgart). Zo gaat het relaas
verder: ‘Vanwege de stringente Duitse bureaucratie had het veel moeite gekost
toestemming te krijgen om Schnabels notities in het archief te bekijken, maar
toen ze zich de volgende dag meldden werden de documenten voor hen ter inzage
klaargelegd. De twee vrouwen werden geëscorteerd naar een kleine kamer met
formica tafels, ouderwetse lampen en een glazen wand (zodat de bibliothecaris hen
in de gaten kon houden).’
Het zijn en blijven Duitsers, die Duitsers. In de gaten houden, escorteren, bureaucratie – het zit in hun bloed. In The Betrayal of Anne Frank is het nog veel erger en enger allemaal: ‘Monique set out for Germany with the researcher Christine Hoste. After an eight-hour drive in wind, rain, and light December snow, they arrived at a deserted hotel near the archive. There were no other guests, which enhanced the feeling of diving into unknown territory. Given the strict German bureaucracy, it had not been easy to get permission to look at the notes in the archive, but when they arrived the next morning, after some misunderstanding, the papers where more or less ready for their perusal. The two women were escorted to a small room with a glass wall (so the librarian could keep an eye on them), a Formica-topped table, and retro lamps.’
Dat ze er levend vandaan zijn gekomen.
Nou ben ik daar wel vaker geweest, in Marbach, en het is zo ongeveer het meest gastvrije en toegankelijke en prettige archief dat ik ooit heb bezocht. De ‘stringente bureaucratie’ is niets anders dan het toepassen van archiefregels, die bepalen of een archief wel of niet en voor welk doel toegankelijk is, en ze delen dat ook van tevoren mee, en niet pas als je op de studiezaal aankomt, zoals hier wordt gesuggereerd. En de dames werden niet door een kampbewaakster naar een cel geëscorteerd, maar ze kregen, en dat is daar in Marbach niet voor iedere bezoeker weggelegd, een eigen werkvertrek ter beschikking, dat niet is ingericht als een Oost-Europese keuken, maar gewoon, met een ruime voorraad aan werktafels en goede verlichting. En de studiezaal heeft een volstrekt normale balie met medewerkers die helpen en advies geven en die een oogje in het zeil houden.
Er komt nog een interessante archiefraadpleging voor in Het verraad van Anne Frank, namelijk in Moskou. ‘Omdat Vince [Pankoke] vermoedde dat er elders nadere informatie was te vinden [ik laat hier de inhoudelijke kant even weg; JG] stelde hij zich in verbinding met Rinsophie Vellinga, docent Nederlandse taal en cultuur aan de Staatsuniversiteit van Moskou, die aanbood in het Legerarchief van de Russische Staat na te gaan of Sovjetsoldaten [bepaalde] documenten hadden meegenomen. De Nederlandse ambassade bracht haar in contact met het Joods Museum en Centrum voor Verdraagzaamheid in Moskou, dat haar hielp toegang tot het legerarchief te krijgen. Helaas leverden Vellinga’s inspanningen [...] niets op.’ Ik begrijp dat Rinsophie Vellinga degene is die je belt als je een archiefstuk in Rusland zoekt, maar ik kan haar niet vinden op de website van de genoemde universiteit. Hoe dan ook: hier lezen we niets over een ‘stringente bureaucratie’ van de Russen, terwijl je ze toch via diplomatieke en andere kanalen moet benaderen in plaats van ze rechtstreeks te mailen. Ik veronderstel eigenlijk dat Rinsophie helemaal niet zelf in het Legerarchief heeft kunnen zoeken en dat ze haar gewoon hebben verteld dat ze niets relevants hebben, als ze al iets van zich hebben laten horen. Ik zeg dat een beetje uit eigen ervaring, want ik heb twee keer ongeveer twee weken archiefwerk gedaan in Russische archieven. Daar, in de archiefinstelling die de archieven van Russische en niet-Russische socialisten bewaart, probeerden ze je ijskoud wijs te te maken dat ze geen archief van Lenin hadden, en dat daar ook zeker geen inventaris van was, en dat er dus ook geen brieven ven Herman Gorter in konden zitten. Een paar maanden na mijn bezoek kreeg ik anoniem kopieën toegestuurd van ongeveer de helft van de volgens mijn daar aanwezige brieven van Gorter. Zo ongeveer ging dat daar in 2004. In de Engelse versie van het boek is Rinsophie Vellinga overigens nog ‘professor of Dutch language and culture’. Wat een vertaling niet met je status kan doen.
En om aan te geven dat archiefbezoeken ook in het vrije westen niet altijd vanzelf gaan : ik heb ooit in de manuscriptenstudiezaal van de Library of Congress in Washington DC een medewerkster daar bij mijn bezoek voorgehouden dat hun regels erger zijn dan die in Rusland. Je kwam er namelijk alleen binnen via een detectiepoort, waarna je werd ondervraagd door iemand in uniform die je paspoort wilde zien, en je mocht geen eigen mapjes, aantekeningen, aantekenpapier en schrijfmateriaal gebruiken.
Dat dat verhaal over het Duitse archiefbezoek anders is in de ene taal dan in de andere laat overigens zien dat de dubbele, driedubbele of nog dubbelere conversie van feiten een van de vele problematische zaken in dit boek is. Want wat hier in al zijn simpelheid gebeurt – twee Nederlandse dames gaan op stap, ze gaan documenten in ‘ouderwets schuinschrift’ zitten ontcijferen die ze, als ze daarmee het ‘Kurrentschrift’ bedoelen, dus niet echt hebben kunnen lezen, ze schrijven hun deels in het Duits gebeurde verhaal daarover op, dat gaat, na een selectieprocedure, in het Engels naar Sullivan, die maakt er het hare van, en dat verhaal wordt dan weer bewerkt voor de taal waarin het zich oorspronkelijk heeft afgespeeld, het Nederlands (en die vele andere talen waarin het boek is verschenen of nog dreigt te gaan verschijnen.) En dan heb je nog de redactionele processen bij de diverse uitgeverijen. Nu is dat verhaal over Marbach alleen maar een zot tafereel met een anti-Duitse sentiment, maar stel je dit procedé voor met documenten etc. waarbij het nauw luistert – en dat doet het bij thema al heel snel.
Het is overigens – om er nóg maar een groot probleem van Het verraad van Anne Frank aan toe te voegen – ook al bij deze citaten te zien hoe hinderlijk al die onderzoekers voortdurend door het beeld lopen. Ik heb eens geturfd hoe vaak Anne Frank in dit boek voorkomt, buiten de titels van de publicaties die aan haar zijn gewijd en soortgelijke vermeldingen. Het is ongeveer 50 keer. En weet u hoe vaak Vince Pankoke zijn opwachting maakt? 80 keer. In zijn FB-jasje.
Aanvulling 18 juni 2023:
Onlangs werd ik benaderd door
Rinsophie Vellinga, die mij vroeg aan mijn lezers ta laten weten dat zij, in
tegenstelling tot wat ik hierboven lijk te suggereren, ‘van 2017 tot 2022
taaldocent was aan de Moscow State University’, dat het contact met het Anne Frank-project
van Vince Pankoke etc. tot stand kwam na bemiddeling van de Nederlandse Ambassade
in Moskou en dat ze ‘met hulp van de Nederlandse ambassade en het Jewish Museum and Tolerance Center
in Moskou in het eerste kwartaal van 2019 onderzoek [heeft] kunnen doen in het Russian State
Military Archive, onderzoek dat ‘geen bijzonderheden [opleverde] die konden bijdragen aan het doel
van het onderzoek’.
Het zou kunnen
dat ik hier nog eens op terugkom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.