zaterdag 19 februari 2022

 DE AKTETAS

 Het waait behoorlijk. Als het goed stormt moet ik altijd terugdenken aan 25 januari 1990. Toen stormde het zo hard dat er aan de dag met zijn storm een apart Wikipedia-lemma gewijd is. Ik had het die dag druk, want ik ging met Ger Harmsen en Luchien Karsten de illustraties uitzoeken voor een boek dat Een dag is ’t van vreugde, een dag is ’t van strijd. Geïllustreerde geschiedenis van 1 Mei in Nederland ging heten. Het moest vlak vóór 1 mei 1990 verschijnen, want dan zou worden gevierd dat 1 Mei honderd jaar daarvoor voor het eerst werd gevierd. Harmsen en Karsten kwamen uit Friesland en Groningen naar mijn toenmalige werkplek, het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.

Ik had een werkruimte in het hart van het IISG gereserveerd en gevuld met plaatjes. We werkten daar hard de hele dag, en toen we tegen vieren klaar waren en naar huis wilden, ik naar Utrecht en de bezoekers naar het noorden, merkten we wat het betekende dat de werkruimte geen ramen had: we hadden niets gemerkt van een naderende storm, er waren ook geen collega’s langsgekomen om ons te waarschuwen. De in Utrecht wonende directeur had een paar mensen uit zijn woonplaats meegenomen maar was mij vergeten. Luchien en Ger zullen snel onderdak in Amsterdam hebben gezocht en gevonden, maar ik ging nog optimistisch op stap richting huis. Ik kwam tot station Amsterdam-Amstel, en toen het daar niet verder ging heb ik familie opgebeld die in Oud-Zuid een voormalige pension bewoonden. Daar kon ik in een van de vele gastenkamers met een nummertje op de deur overnachten. De volgende ochtend kon ik weer naar huis.

 Niet erg spannend allemaal, maar mijn gedachten aan deze storm en mijn eigen bescheiden avontuur gaan ook altijd samen met de herinnering aan het verhaal dat in de dagen na de storm in het instituut rondging: dat mijn collega Fritjof Tichelman onderweg naar huis – in Castricum was het, als ik me niet vergis – bijna was weggevlogen. Men vertelde dat hij, toen hij vlak bij zijn huis uit de bus stapte en de straat wilde oversteken, door een windvlaag werd gegrepen. Fritjof Tichelman was een kleine en tengere man, maar hij had op deze winderige dag het geluk dat hij een deel van de werkweek doorbracht met het kopiëren van artikelen die nog gelezen moesten worden. Die kopieën stopte hij in een van de vele honderden grijze archiefmappen op zijn kamer of in zijn aktetas. En aan dat laatste had hij zijn leven te danken, want hij slaagde er tijdens de genoemde windvlaag in zijn zware tas stevig vast te houden tot de wind ging liggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.