Leuke klussen (3)
Sommige klussen
zijn alleen maar leuk als je er zelf iets van maakt, zoals van de klus die
leidde tot mijn publicatie Books and Articles on German Labour Law. Selected
Biography, die in 1993 verscheen als nummer 9 van de reeks ‘Research
Papers’ van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, [42] eenzijdig bedrukte A4-pagina’s dik. Van Duits arbeidsrecht had en heb ik
geen verstand en dat moet aan de publicatie te merken zijn – maar dat kan ik
niet beoordelen, want ik heb er geen verstand van. Toch heeft zich nooit iemand
over de kwaliteit van het werkstuk uitgelaten, laat staat beklaagd. Een
zoektocht op het internet laat zien dat de publicatie nooit verder is gekomen
dan vermeldingen in eigen publicaties van het IISG, en dat zelfs zeer
sporadisch. Wat mij erg goed doet.
Hoe kwam het dan tot deze publicatie? Ze was een disciplinaire maatregel. Ik was een lastige klant op het IISG, want ik was dan wel onderzoeksassistent, ik deed zo veel zonder dat er directe bemoeienis van een leidinggevende aan te pas kwam dat sommige van die leidinggevenden nerveus werden. Kort voordat ik aan de hier behandelde leuke klus begon was ik van een andere, echt leuke klus afgehaald, omdat ik er zogenaamd zonder opdracht aan werkte. Dat illegale werk – waarover een ander keer meer – had dan al maanden voor een deel van mijn werktijd geduurd, maar dat was blijkbaar niemand opgevallen. Ik werd bij de directeur ontboden, die mij, gesecondeerd door een van mijn leidinggevenden, gelastte onmiddellijk met dat werk te stoppen. Toen ik zei dat ze uit hun nek zaten te kletsen werd ik een week op disciplinair verlof gestuurd. (Jaren later vertelde een van de nekkletsers me dat ik gelijk had gehad: het ging via mij om bepaalde piketpaaltjes.)
Toen ik na een
week uitrusten weer terug was kreeg ik, van weer een andere tijdelijke leidinggevende,
de opdracht een bibliografie over Duits arbeidsrecht samen te stellen. Er zou
namelijk een gastonderzoeker komen, een Amerikaan die iets over arbeidsrecht
ging gastonderzoeken. De man heeft geen indruk op me gemaakt, want ik kan me zijn
naam zelfs na enig nadenken niet herinneren. Volgens mij heb ik zelfs nooit kennis
met hem gemaakt. Maar hij moest dus geplezierd worden, en ik zocht een stuk
of 200 titels bij elkaar, beschreef ze bibliografisch uniform, zette ze netjes
alfabetisch onder elkaar en leverde de boel in. Om te kunnen controleren of nog
iemand naar mijn werkstuk zou kijken verwerkte ik er een grap in: geheel tegen
de bibliografische mores in vermeldde ik bij één auteur zijn in de publicatie
genoemde waslijst van academisch titels en wat dies meer zij. Uiteraard viel
het niemand op, ook mijn tijdelijke leidinggevende niet, die overigens ook geen
verstand had van Duits arbeidsrecht.
Mijn bewijsexemplaren van het ‘Research Paper’ heb ik op één exemplaar na weggegooid. Behalve de zwarte rugklemmen, want die kon ik lekker hergebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.