zondag 10 april 2022

Leuke klussen (4)

Bibliografieën: ik ben er dol op, ik raadpleeg ze graag, ik lees ze ook wel eens voor mijn plezier, en ik heb ze ook altijd met plezier gemaakt. Hoeveel ik er gemaakt heb? In een bibliografie van mijn publicaties uit de afgelopen pakweg vijftig jaar zou je het kunnen tellen. Het materiaal voor zo’n bibliografie staat in deze kast. Een goede bibliograaf zou elk stuk papier in deze kast moeten beetpakken, nauwkeurig bekijken en beschrijven. En dan wordt er tegenwoordig ook nog zonder papier gepubliceerd. Een hele klus dus. De echt goede bibliograaf vraagt zich, als hij hiermee klaar is, of er misschien nog zaken zijn die niet in deze kast staan, en om dat te ontdekken kan zij, bijvoorbeeld, mij ondervragen zolang ik er ben, daarna kan hij mijn correspondentiearchief doorkijken, als dat er nog is. Bovendien kan zij online gaan zoeken, in bibliotheekcatalogi bijvoorbeeld.
De meest voor de hand liggende catalogus om te beginnen is de Nederlandse Bibliografie. Wie daar mijn naam als auteur invoert krijgt 76 hits, en wie die al zoekend en bibliograferend afwerkt, blijft met twee titels zitten die hij of zij [etc.] in mijn kast niet heeft gevonden. Ten eerste een vertaling van de brieven van Georg Büchner bij uitgeverij International Theatre & Film Books in Amsterdam uit 1995. Omdat mijn bibliograaf al een brievenuitgave uit mijn kast heeft beschreven die in 2000 verscheen bij uitgeverij Van Gruting in Westervoort, kan [etc.] snel concluderen dat er van die ene uitgave niets terechtkwam en er dus naar een andere uitgever gezocht moest worden, die dan ook gevonden werd. Ergens anders in de lijst staat nog zo’n boek dat niet in mijn kast te vinden is: Alfred Nobel, de man van de Nobelprijs van Fritz Vögtle, de uitgeverij is Annex te Amsterdam, als jaar van verschijnen wordt ‘ca. nov. 1991’ aangegeven. Maar het boek zat niet in de zak van Sinterklaas in 1991, want het verscheen nooit.
Ergens in de zomer van 1991 meldde uitgeverij Annex zich bij mij met het verzoek of ik een boek wilde vertalen: de monografie Alfred Nobel. Mit Selbstzeugnissen und Bilddokumenten verschenen als nummer 319 in de vermaarde reeks Rowohlt Monographien. Dat wilde ik wel, want ik was altijd wel in voor een klus. We maakten een afspraak in een etablissement in Amsterdam met de twee heren die Annex runden, waar ik het verzoek kreeg een proefvertaling te maken. Maar dat wilde ik niet, want na de vertaling van een boek of tien boeken vond ik dat ik had bewezen dat ik het wel kon. Bij de tweede kop koffie vonden de heren dat ook, we spraken vertaaltarief en dat soort dingen af en ik ging aan de slag.
Uitgeverij Annex had op dat moment, als ik het goed zie in de Nederlandse Bibliografie, zeven boeken uitgeven, met een nadruk op toegankelijke publicaties op wetenschappelijk gebied, waaronder een boek met brieven van Albert Einstein en het eerste deel van wat een verzameld werk van dezelfde moest worden. Maar dat verzamelde werk kwam niet verder dan dat eerste deel en de productie van de uitgeverij ook niet – ik weet niet waarom. Geen zin meer? Andere bezigheden? Geld op? Mijn correspondentiearchief vertelt het me ook niet. Daar vind ik wel een doorslag van de op 20 september 1991 gedateerde declaratie voor het vertaalhonorarium (3000 gulden), en ook een briefkaart waarvan ik de datum op de frankeerstempel niet kan lezen maar met de mededeling dat de ‘bewerking van de tekst’ langer duurt dan verwacht.

De briefkaart is er een uit de serie ‘Tekens aan de wand’, en dat had een teken aan de wand kunnen zijn. De foto op de briefkaart laat een graffititekst zien: ‘Wij eisen geluk’. De kaart is het laatste schriftelijke bewijs van contact met de heren van Annex, maar ik weet nog dat ik een tijdje bezig geweest ben met eisen, niet van geluk, maar van geld, want Annex vond aanvankelijk dat ze het honorarium pas hoefden te betalen na het verschijnen van het boek. Gelukkig had ik een goed contract, en uiteindelijk kwam het geld. Maar het boek dus niet, en ook geen verdere boeken van Annex. Het typoscript van de vertaling zou ik nog ergens moeten hebben, maar ik zou op het ogenblik niet weten waar ik moet zoeken. Ik heb het overigens nooit heel erg gevonden dat er geen boek van kwam – desondanks was het een leuke klus.
Je zou je alleen nog kunnen afvragen waarom dit soort spooktitels nog steeds in de Nederlandse Bibliografie staat? Ze kwamen er, vermoed ik, terecht vanwege de aanvraag voor het ISBN, die – dat spreekt een beetje vanzelf – aan het verschijnen van het boek voorafging. Hoeveel van dit soort titels zouden er in de Nederlandse Bibliografie staan? Dat uit te vogelen lijkt me nou een leuke klus voor iemand anders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.