13 april 2015
Vandaag een jaar geleden overleed Günter Grass, van
wie ik vanaf 1980 veel vertaalde. Grass organiseerde bij nieuwe boeken
bijeenkomsten met zijn vertalers, en zo’n bijeenkomst vond ook in januari 2009
plaats, toen Die Box net verschenen
was, het tweede deel van Grass’ memoires. Ik gebruikte deze bijeenkomst en
eerdere niet alleen om goed te luisteren naar Grass en mijn medevertalers en vragen
te stellen wanneer dat nodig was, ik fotografeerde ook: ik portretteerde Grass
en mijn collega’s, vaak zonder dat ze het zelf in de gaten hadden, en ook legde
ik onze gezellige momenten en uitstapjes vast, bijvoorbeeld naar het atelier
van Grass.
Een van de aardige bijkomstigheden van de
vertalersbijeenkomsten was, dat je nooit met lege handen naar huis ging. We kregen altijd wel een mooie uitgave van het werk van Grass, en
ook grafiek werd soms uitgedeeld – Grass was immers ook beeldend kunstenaar. Hij illustreerde zijn werk vaak met tekeningen die onderdeel uitmaakten van
het ontstaansproces van zijn boeken. Ook in Die
Box, waarin de fotografie een grote rol speelt, staan illustraties, litho’s, en zo’n litho kregen de vertalers na afloop van de bijeenkomst. De fotograaf van
het gezelschap kreeg deze, die niet in het boek is opgenomen:
Ook het laatste boek van Günter Grass, eind augustus 2015 in
Duitsland postuum verschenen onder de titel Vonne
Endlichkait, bevat tekeningen, afgewisseld met gedichten en prozateksten,
die niet zelden over het naderende einde gaan. Dit is zo’n gedicht:
weg is hij weg
Laatst keek ik in een kast
die al een eeuwigheid op slot was.
Er hingen kleerhangers in
waaraan niets stoffelijks hing.
En dus bezwaarde ik knaapje na knaapje
met de kleren van dode vrienden.
Om ze voor me te behouden
stopte ik mottenballen in alle zakken.
Eén kleerhanger bleef leeg,
vermoedelijk voor mij.
Toen deed ik de kast op slot
en slikte de sleutel in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.