Weer schallen klaroenen door ’t Hollandse land! [2013]
Het Koningslied
– zo was het er, en zo was het er niet meer. Vreemd eigenlijk, want we kregen
toch de indruk dat het hele volk zinnen en verzen en lappen tekst naar John
Ewbank en Daphne Deckers had gestuurd, en dan keurt het hele volk het resultaat
weer net zo enthousiast af. Maar wat verwacht het volk dan van een melodie die
zo nietszeggend is dat het moeilijk is plagiaat te bewijzen, in combinatie met
een door de buren gemaakte tekst? Iets origineels? Iets beters dan wat we
anders te horen krijgen van Marco Borsato, Gers Pardoel and the like?
Je kunt het
niet meezingen, dat was een van de bezwaren. Het is niet simpel genoeg. Dat had
in de jaren dertig van de twintigste eeuw de Zeister componist D.G. Becker
beter begrepen. In 1936, toen Bernhard zur Lippe-Biesterfeld werd voorgesteld
als verloofde van prinses Juliana, schreef en componeerde Becker het muziekstuk
‘Prins Bernhard (Een eenvoudig lied)’. Nog geen anderhalf jaar na de verloving
was er weer reden voor muzikaal eerbetoon: Bernhard was intussen met Juliana
getrouwd en in januari 1938 werd er een dochter geboren. D.G. Becker –
over wie ik in de gauwigheid verder geen gegevens kan vinden – ging weer aan de
slag en schreef het lied ‘Prinses Wilhelmina’. En weer is de ondertitel ‘Een
eenvoudig lied’. Tekst en melodie werden snel gedrukt en in eigen beheer
verspreid. Het blad vermeldt, behalve het telefoonnummer van Becker, ook dat
hij de auteur is van ‘De toverviool’ (een ‘romantische kinderoperette’), ‘De
Gouden Sleutel’ (een ‘vrolijke kinderoperette’), en ‘Trovo en de Indianen’ (een
‘grappige kinderoperette’). Het lied voor de kroonprinses kostte tien cent per
exemplaar, een gulden voor twintig. De tekst alleen kon ook: 30 cent voor twintig exemplaren.
Zouden er veel
exemplaren verkocht zijn eer het de componist, tekstdichter en uitgever
duidelijk werd dat er een storende fout op zijn werkstuk stond? Wat er gebeurd
was schreef iemand – Becker zelf? – met de hand achter op het muziekblad,
althans op het exemplaar in mijn bezit: ‘Dit vers werd voor ’t eerst
uitgereikt en verspreid te Zeist op den nationalen feestdag 31 Januari 1938 des
namiddags ± 3 uur bij het planten van den Oranjeboom in het Wilhelminapark.’
Als de auteur van deze regels Becker zelf was, dan was hij nog steeds in de
war, want de datum ‘31 Januari’ streepte hij door en verving hem door 1
februari. En hij ging door met zijn verhaal: ‘Op dat oogenblik was de naam van
de pasgeboren Prinses van Oranje nog niet bekend. – De auteur was er zeker zoo
van overtuigd dat het kind naar haar grootmoeder van moederszijde zou heeten,
dat hij er maar vast Prinses Wilhelmina boven plaatste. Voor de verspreiding
werd er met potlood een vraagteeken achter geplaatst. / ’s Avonds werd bekend
dat de Prinses genoemd was Beatrix.’
Je ziet het
voor je: Becker die op 2 februari 1938 ’s ochtends in alle vroegte door Zeist
fietst, bij drukkerij Van Lonkhuyzen binnenvalt en opdracht geeft voor nieuw
drukwerk, nu met de titel ‘Prinses Beatrix’. En natuurlijk weer met de
toevoeging: ‘Een eenvoudig lied’. Later die dag, zo stel ik me dan voor, zong
het hele volk, althans het in Zeist wonende, uit volle borst:
‘Weer juichen er harten van trots en verblijden,
Weer schallen klaroenen door ’t Hollandse
land!
Weer klinkt er een boodschap langs wegen en
weiden,
Door steden en dorpen, langs duinen en
strand!’
Zo eenvoudig is dat, het maken van
een Koningslied.Deze tekst verscheen voor het eerst op www.textualscholarship.nl op 22 mei 2013. Ik heb een paar kleine wijzigingen aangebracht en betere versies van de afbeeldingen gemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.