woensdag 11 mei 2016

Anders (2)


Even iets tussendoor (maar meer van hetzelfde).

Als Willem Otterspeer mijn aanbod had aangenomen om stage te lopen op mijn voormalige werkplek, het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, om daar iets op te steken over het maken van edities en het schrijven van een biografie, dus over de goede en integere omgang met bronnen en de verantwoording daarvan, dan had ik vandaag, zoals ik dat regelmatig deed met stagiair(e)s, een educatief momentje ingelast. Dan had ik de Hermans-biografie erbij gepakt, deel 2, pagina 229, en dan had ik gezegd: ‘Willem, je hebt gezien dat Louis van Gasteren gisteren is overleden. Die komt in je boek voor op deze pagina. Je beschrijft daar over een lsd-experiment waaraan Hermans en Van Gasteren in 1961 deelnamen, en je schrijft: ‘Op Goede Vrijdag 31 maart, zo valt uit de agenda van Louis van Gasteren af te leiden, vond de sessie plaats waarover Barendregt het had. Van Gasteren zou alles op film opnemen. Volgens hem ging het om een dosis van 300/400 gamma lsd, meer dan voldoende voor een ‘full-fledged, 12 hour, out-of-the-mind experience’. Hermans nam de lsd in met water. Na twintig minuten vroeg Van Gasteren: Voel je al iets? In de projectieruimte: Hij reageert niet. Vraag: Heb je gevoel van temperatuurwisseling? Niet noemenswaardig.’ Vier uur later nog niets. Omdat er helemaal niets gebeurde, althans niets zichtbaars, werd de band niet gestart. Na afloop kreeg Hermans chloorpromazine, dat ook wel wordt gebruikt bij paranoia-aanvallen, een soort librium om de werking te stoppen of te dempen.’ En dan een voetnootcijfer: 446. Die voetnoot luidt: ‘Mededeling van Louis van Gasteren aan de auteur.’

Maar, beste Willem, zou ik dan zeggen tijdens dat educatief momentje, wat is nou je bron? Eerst zeg je nog ‘zo valt uit de agenda van Louis van Gasteren af te leiden’. Ik denk dan: je hebt die agenda gezien, en dan verwacht ik een noot in de trant van: ‘Citaten en gegevens uit een agenda over 1961 in het bezit van Louis van Gasteren, die zo vriendelijk was mij inzage te verschaffen.’ De lezer weet dan precies wat de status van de bron is. De feitelijke noot, ‘Mededeling van Louis van Gasteren aan de auteur’, betekent daarentegen dat Louis van Gasteren schriftelijk of mondeling iets correct dan wel incorrect of volledig dan wel onvolledig uit zijn dagboek heeft voorgelezen dan wel geparafraseerd, en dat jij dat nauwkeurig dan wel onnauwkeurig - je kent mijn eerdere opmerkingen - hebt overgeschreven dan wel genoteerd en dan weer letterlijk dan wel geparafraseerd in je biografie hebt gezet. De boven geciteerde passage geeft, dat suggereren de aanhalingstekens, letterlijke citaten, maar dat zijn alleen echt bruikbare letterlijke citaten als jij je zo op schrift hebt gezien, in zijn dagboek genoteerd door Van Gasteren.

Je verzuimt overigens, beste Willem, in deel 2 te vermelden dat deze Louis van Gasteren een zoon is van de Louis van Gasteren die in je deel 1 voorkomt. Maar misschien weet je dat ook niet, want in dat deel 1 komen ze allebei voor zonder dat je verschil maakt tussen de twee. Maar dit terzijde.

Dus, Willem, als je een goed punt voor je stage wilt krijgen, moet je nog even beter je best doen. Een voetnoot moet precies zijn, je bronnen moeten helder zijn, je feiten moeten kloppen. De lezer heeft daar recht op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.