Leven lezen. De dagboeken van Victor Klemperer [2010]
De auteur van een van de belangrijkste literaire
oeuvres van na de val van de Berlijnse Muur was er een die al overleden was
voordat die muur werd gebouwd. Victor Klemperer, geboren in 1881, overleed
namelijk anderhalf jaar eerder, in februari 1960. Dat zijn belangrijkste werk –
als journalist en als literatuurwetenschapper had hij al veel gepubliceerd –
pas vanaf 1989 kon verschijnen, had alles te maken met die muur. In het jaar
van de Wende verscheen bij de toen
nog Oost-Berlijnse uitgeverij Rütten & Loening Curriculum vitae. Erinnerungen eines Philologen 1881-1918.
Klemperer
was de zoon van een liberale rabbijn. In 1913, het jaar dat hij als romanist
promoveerde, werd hij protestant. Al vroeg begon Klemperer met het bijhouden
van een dagboek, en hij deed dat uiterst gedetailleerd en precies en met een
gemakkelijke pen. De dagboeken zijn bewaard vanaf eind november 1918 tot eind
oktober 1959, vier maanden vóór zijn dood. Die van vóór 1918 vernietigde hij
zodra hij klaar was met het eerste deel van zijn tot dat jaar reikende
autobiografie, Curriculum vitae. Hij
was van plan ook de latere jaren te bewerken, maar daar kwam het niet van.
In
1933 werd Klemperer door de nationaalsocialistische rassenwetten weer joods, en
hij kreeg vanzelfsprekend te maken met de steeds heviger wordende vervolging.
Hij bleef in Duitsland, en hij bleef ook zijn dagboeken vullen zonder
concessies te doen aan gedetailleerdheid en precisie, en ook met de gevaren die
aan het noteren verbonden waren hield hij geen rekening. Op den duur zorgde hij
dat de dagboeken elders, buiten zijn woonplaats Dresden, werden verstopt.
Klemperer en zijn vrouw overleefden het Amerikaanse bombardement van Dresden in
februari 1945, ze haalden het einde van de oorlog, ze vonden de dagboeken terug
en gingen door met leven. Dat leven in Dresden – waar hij ook na de oprichting
van de Duitse Democratische Republiek bleef wonen en een vooraanstaand
wetenschapper werd – vond uiterst gedetailleerd en precies zijn neerslag in de
dagboeken die Klemperer bleef schrijven. En net als eerder was hij eerlijk over
zichzelf en alles om hem, ook toen hem duidelijk werd dat hij opnieuw in een totalitaire
staat was beland.
Klemperer
publiceerde ook in de ddr graag en
veel, vooral als romanist. Zijn bekendste boek was lti. Notizbuch eines
Philologen uit 1947, waarin hij, alweer met die soepele pen, in zesendertig
kleine essays plus een voor- en een nawoord de taal van het Derde Rijk, de Lingua Tertii Imperii,
analyseert. Het woord ‘beweging’ komt bijvoorbeeld aan de orde, interessant
voor wie vergelijkingen wil maken tussen politieke bewegingen van toen en nu.
Vanaf
1989 verschenen, behalve de autobiografie Curriculum vitae, uitgaven van de dagboeken van 1918-1932 (Leben sammeln, nicht fragen wozu und warum, 1995), 1933-1945 (Ich will Zeugnis ablegen bis zum letzten,
1992) en 1945-1959 (So sitze ich denn
zwischen alles Stühlen, 1999), allemaal bezorgd en geannoteerd door Walter
Nowojski, een oud-student van Klemperer. Duizenden pagina’s Duits leven en
Duitse geschiedenis, wat omvang betreft vergelijkbaar met Voskuils Het Bureau, maar dan interessant. Klemperers
dagboeken werden een wereldwijd succes: in Nederland werden de jaren 1933-1945
en 1945-1959 vertaald, evenals de autobiografie Curriculum vitae en lti. De dagboeken van 1918 laten nog
op zich wachten. In Duitsland was er een veel bekeken televisieserie over het
leven van Klemperer, en in Dresden en omgeving werden toeristische routes
uitgezet langs de woonhuizen van Klemperer en de schouwtonelen uit het dagboek.
Het
bijzondere van de dagboeken is een combinatie van een groot aantal gelukkige
factoren: er was iemand die zijn hele leven lang een dagboek bijhield, en hij
deed dat volhardend, precies, gedetailleerd en eerlijk. Bovendien was het leven
dat hij protocolleerde interessant, zeker door omstandigheden die de volharding,
de precisie, de gedetailleerdheid en de eerlijkheid bedreigden. En die,
uiteraard, het leven van de dagboekschrijver zelf bedreigden: er waren maar
enkele tientallen Dresdense joden die vervolging én bombardement overleefden.
En toen kwam er, en ook dat hoort op de lijst van gelukkige factoren, iemand,
de wetenschappelijk geschoolde journalist Nowojski, die tientallen jaren lang
duizenden pagina’s ontcijferde en annoteerde en pleitte voor publicatie. De
volgende meevaller was dat de publicatie begon op het moment dat de Muur viel,
want anders was het verschijnen van de dagboeken uit de ddr-tijd zeer waarschijnlijk nog wel een probleem geworden.
In
september 1929 reflecteerde Klemperer in zijn dagboek over waar hij mee bezig
was, en dat was ‘Leven vergaren. Steeds maar weer leven vergaren. Indrukken,
kennis, lectuur, gebeurtenissen, alles. En niet vragen waarvoor en waarom. Of
het een boek wordt of memoires, of helemaal niets, of het in mijn geheugen
blijft zitten of verdwijnt als een slechte fotografische plaat.’
Klemperer
was er zich dus wel van bewust dat hij niet alleen voor zichzelf noteerde wat
hij noteerde, maar tegelijkertijd wil hij de vorm zelf bepalen, en dat deed hij
vanaf 1936, toen hij, nadat hij zijn baan was kwijtgeraakt, de dagboeken tot
1918 omwerkte tot memoires. En die dagboeken vervolgens dus weggooide omdat hij ze
niet meer nodig had, vond hij. Maar de rest is dus bewaard, en die rest is zo
consistent dat duidelijk is dat Klemperer geen reden zag om zijn manier van het
noteren van ‘alles’ te veranderen. Het motto bleef, in de woorden die op het
citaat hierboven volgen: ‘Niet vragen, alleen maar vergaren.’
Eerder
gepubliceerd in Armada. Tijdschrift voor
wereldliteratuur, jaargang 16, afl. 58 (april 2010), p. 63-65 (themanummer ‘Twintig
jaar Duitse literatuur 1990-2010’). Hier en daar licht gewijzigd, ook heb ik de illustratie toegevoegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.