Zeven letters, een leesteken, een streep [2012]
Van Herman Gorter (1864-1927) is geen
archief bewaard: hij gooide weg wat hij niet meer nodig had. Aan hem gerichte
brieven bijvoorbeeld. Wat er van brieven van
Gorter bewaard is, is dus overal verspreid. Veel zit in archieven, het een en
ander bij particulieren en verzamelaars. Soms komt er uit die particuliere hoek
iets op de markt, zoals alweer een hele tijd geleden. Iemand bood op
Marktplaats een exemplaar van Gorters Mei aan, de vijfde druk uit 1916, een van
de luxere varianten. Het boek was ‘gesigneerd’, maar omdat de advertentie niet
de indruk wekte van een professionele handelaar afkomstig te zijn en omdat in
zulke gevallen ‘gesigneerd’ niet altijd betekent ‘door de auteur gesigneerd’,
mailde ik de verkoper. Het hoogste bod was op dat moment € 28. De volgende dag
kreeg ik netjes antwoord: het boek was echt gesigneerd door Gorter, met een
opdracht aan de tante van de verkoper. Maar het boek was al verkocht, jammer
maar helaas.
Herman Gorter (foto Willem Witsen) |
Ik mailde weer, nu met de vraag of er
nog meer materiaal was, want dat was niet denkbeeldig. Gorter zette niet
zomaar opdrachten in boeken, en er zijn er dan ook niet zoveel gesigneerde
Gorters bewaard. Er waren nog geen signeersessies zoals nu, en Gorter beperkte
zijn gesigneerde geschenken tot collega-schrijvers, kunstenaar-vrienden,
partijgenoten en vriendinnetjes. Ik vroeg ook nog voor hoeveel het boek
verkocht was en aan wie. Het bedrag was ongeveer dat wat ik als laatste bod had
gezien, over de koper was het antwoord wat vaag. Wel vertelde de verkoper dat
er ooit meer archiefmateriaal was geweest: een briefwisseling met de tante
namelijk, maar die had tante zelf vernietigd. Er was alleen een uitgeknipte
handtekening bewaard, en wat krantenknipsels. Dit resterende materiaal kon ik
voor nop hebben, en een paar dagen later had ik het in de bus, met een kopie
van de opdracht. Dit is de uitgeknipte handtekening:
Het was mijn eerste Gorter-handschrift.
Een paar weken later zag ik de rode Mei met de opdracht onverwacht terug: in
een vitrinekastje op een antiquarenbeurs. De bundel werd aangeboden door een
beginnende handelaar, en de prijs was, uiteraard, fors hoger dan die op
Marktplaats. Ik had het geld op dat moment niet, maar ik kon het boek goed
bekijken en besluiten dat ik het geld ervoor ging zoeken. Dat deed ik, en twee
maanden later bleek het boek nog niet verkocht, zodat ik het kon aanschaffen.
Dit is de opdracht:
Het was mijn eerste gesigneerde Gorter.
De ontvanger van het gesigneerde
exemplaar was dus Marie Hagemeijer. Wie was dat? In elk geval geen
schrijver, beeldend kunstenaar of partijgenoot, dat zou te achterhalen
zijn. Een liefje dan? Gorter was niet eenkennig. Er zijn, naast zijn
echtgenote, zeker vier vriendinnen bekend. Twee ervan had hij tijdens het leven
en na de dood van zijn vrouw (in 1916) tegelijkertijd, tot aan zijn eigen
dood. Ada Prins kende hij sinds 1901, Jenne Clinge Doorenbos sinds 1910. Wat
tegen Marie Hagemeijer als liefje spreekt is het feit dat de handtekening op de
briefkaart ‘H. Gorter’ is, en niet, zoals bij de opdracht, de volledige naam.
Als de briefkaart een intieme inhoud had gehad, had daar ook wel ‘Herman
Gorter’ gestaan, of alleen ‘Herman’. Gorter scheidde de twee werelden waarin
hij leefde, de literatuur en de politiek, ook in de manier waarop hij zijn
publicaties ondertekende: voluit als literator, verkort als partijman, net als
Willem Frederik Hermans dat deed overigens: W.F. Hermans was hij vanaf een
bepaald moment alleen nog maar als wetenschapper, of als hij, bijvoorbeeld,
Wittgenstein vertaalde.
In de loop van de tijd zocht ik
regelmatig naar Marie Hagemeijer op het internet, in genealogische gegevens
bijvoorbeeld, maar ik vond niets, ook al omdat ik geen dringende haast had om
iets te vinden. Een dezer dagen deed ik het weer eens, en nu kwam er een
mogelijke oplossing van het raadsel in zicht, omdat ik beter zocht of omdat er
weer het een en ander in Google Books was toegevoegd. Ik kwam terecht in het
boek De ’s-Gravelandseweg en zijn bewoners, dat in 2005 bij Verloren in Hilversum verscheen. Daar, in Hilversum, ligt ook de
’s-Gravelandseweg. Een kilometer of zes verderop
ligt, in Bussum, de Nieuwe ’s Gravelandseweg, en daar woonde op nr. 66, in een door H.P. Berlage in 1893
ontworpen huis, Herman Gorter. In Villa Corry aan de ’s-Gravelandseweg 76B in
Hilversum woonde vanaf 1915 de familie Hagemeijer, van het handelshuis
Hagemeijer & Co. Het is niet ondenkbaar dat de Hagemeijers en Gorter elkaar
tegenkwamen in het sociale leven van de gegoede Gooise burgerij.
Eigenaar Johan Hagemeijer van Hagemeijer
& Co. was getrouwd met Maria Hagemeijer-Janssen, geboren in 1882. De
Hagemeijers hadden vijf kinderen, Christina Maria, Dirk Marie, Antonius Marie,
Johannes Marie en Hendricus Marie. Vader Johan heette overigens voluit Johannes
Theodorus Hendricus Marie Hagemeijer. Aan Maries dus geen gebrek. Als we
aannemen dat niet een van de vier zoons met ‘Marie’ werd aangesproken zou het
dus ook kunnen dat de Marie uit de opdracht Christina Maria is, die in 1910 werd
geboren. Een jonge poëzieliefhebster misschien? Het blijft speculeren tot de
volgende papiersnipper opduikt.
*
Naschrift 2016: er dook geen nieuwe papiersnipper op, wel meldde zich ruim twee jaar later een nazaat van ‘Marie’ met een commentaar op mijn artikel:
‘Beste heer Gielkens, Bij toeval kwam ik
op deze site. Ik ben een kleindochter van Johan Hagemeijer en Maria
Hagemeijer-Janssen. Ik denk niet dat Marie uit de opdracht Christina Maria is,
zij werd nl Stien genoemd. Ik denk eerder dat de opdracht aan mijn grootmoeder
was gericht. Met vriendelijke groet, G.M. Tolk-Hagemeijer.’
Eerder, op 8 augustus 2012, gepubliceerd op
www.textualscholarship.nl, hier marginaal redactioneel gewijzigd. Ik heb de portretfoto van Gorter toegevoegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.